Uitspraak
Procesgang
Veroordeling
“hij in de periode van 26 mei 2013 tot en met 20 augustus 2017 te Mijdrecht, tezamen en in vereniging met een ander, uit winstbejag, een persoon, te weten: [benadeelde] , behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of die ander daartoe de gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader, wisten of ernstige redenen hadden te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader, voornoemde persoon arbeid laten verrichten als oppas”.De vordering van [benadeelde] tot vergoeding van materiële schade (bestaande uit salaris dat zij nog tegoed had) is in dit vonnis (hoofdelijk) toegewezen tot een bedrag van € 30.000,00. Deze veroordeling is onherroepelijk.
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 116.753,00.
Verplichting tot betaling aan de Staat
€ 69.153,00.
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
€ 116.753,00 (honderdzestienduizend zevenhonderddrieënvijftig euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 69.153,00 (negenenzestigduizend honderddrieënvijftig euro).