ECLI:NL:GHAMS:2025:1141
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag, hoofdverblijfplaats en aanvraag Duits paspoort voor minderjarige
In deze zaak gaat het om het gezag over de minderjarige [minderjarige], zijn hoofdverblijfplaats en de aanvraag van een Duits paspoort. De vader heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 28 mei 2024 aangevochten, waarin zijn verzoeken om eenhoofdig gezag en wijziging van de hoofdverblijfplaats zijn afgewezen. De rechtbank had ook de verzoeken van de vader om het paspoort van [minderjarige] in zijn beheer te krijgen en om de moeder in de proceskosten te veroordelen afgewezen. De vader stelt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling rechtvaardigen, terwijl de moeder de beslissing van de rechtbank steunt. Het hof heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen relevante wijziging van omstandigheden is die het gezamenlijk gezag zou rechtvaardigen. Wel heeft het hof de vader toestemming verleend voor de aanvraag van een Duits paspoort voor [minderjarige]. De moeder moet het Nederlandse paspoort van [minderjarige] binnen twee weken aan de vader afgeven. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.