Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
De tweede aanvullende bepaling houdt in dat hetgeen door uw zoon [appellant 1] uit uw nalatenschap wordt verkregen onder bewind staat, waarbij uw dochter [naam 1] tot bewindvoerder wordt benoemd.
Op 6 februari j.l. ben ik op de Acute Opname Afdeling (AOA) van het MST te [plaats 2] opgenomen (…). Van 6 tot en met 13 februari ben ik daar opgenomen geweest. Door mijn lichamelijke zwakte en door de grote en voor mij onbekende hoeveelheid medicatie die ik in deze periode toegediend heb gekregen, kan ik mij van deze periode absoluut helemaal niets meer herinneren (…). Terugkijkend acht ik mijzelf niet wilsbekwaam gedurende mijn ziekenhuisopname.
(…)
geen executeur meer hoeft te zijn, maar dat [naam 1] dat zou moeten worden omdat zij thans ook al Uw zaken regelt en dat het goed zou zijn dat [naam 1] de zaken voor [appellant 1] beheert, omdat hij een terugval heeft gehad. U heeft mij tevens aangegeven dat ik [naam 1] als Uw vertrouwenspersoon mag beschouwen en dat U op de op 9 februari afgegeven stukken heeft ontvangen en bekeken.
- niet de heer[naam voormalig executeur]
maar uw dochter [naam 1] draagt zorg voor de afwikkeling en de verdeling van Uw nalatenschap, waarbij Uw dochter [naam 1] beslissingen kan nemen indien de erfgenamen het onderling niet met elkaar eens zijn. - hetgeen [appellant 1] verkrijgt uit Uw nalatenschap wordt beheerd door uw dochter [naam 1] , waarbij Uw dochter [naam 1] de bevoegdheid heeft om het bewind te allen tijde geheel of gedeeltelijk op te heffen; en
- voor het overige Uw bestaande testament volledig in stand blijft.
4.De klacht
5.Beoordeling
De vraag wanneer overeenkomstige toepassing buiten het vermogensrecht op haar plaats is, dient in het gewijzigd ontwerp uitsluitend te worden beantwoord aan de hand van de maatstaf of de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet. Daarbij dient in het oog te worden gehouden dat de onderhavige bepalingen zijn geredigeerd met het oog op het vermogensrecht waarop zij in de eerste plaats betrekking hebben. Zo sluit het gewijzigd ontwerp overeenkomstige toepassing b.v. op procesrechtelijke rechtshandelingen niet zonder meer uit, maar zal juist de omstandigheid dat bij het redigeren van die bepalingen niet ook met zodanige handelingen is rekening gehouden, aanleiding dienen te zijn om met overeenkomstige toepassing daarop uitermate voorzichtig te zijn.”
uitermate voorzichtig” moet worden omgegaan. Dit betekent dat op basis van artikel 3:72 onder a BW de volmacht is geëindigd met de dood van klaagster. Op grond hiervan kan, anders dan door klagers in hun beroepschrift wordt gesteld, klager uitsluitend worden ontvangen in het hoger beroep. Klaagster, met klager en [naam 5] als haar gemachtigden, zal in haar beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
je weet maar nooit en klaar is klaar”. In zijn gesprek heeft de notaris geen enkele aanleiding gezien voor twijfel over haar wilsbekwaamheid. Klager heeft ook geen enkele onderbouwing gegeven van de vermeende wilsonbekwaamheid van klaagster. De door klager overgelegde medische dossiers geven hiertoe geen aanleiding waarbij geldt dat ook de overige door klager genoemde indicatoren bij de notaris geen twijfel opleverden ten aanzien van de wilsbekwaamheid van klaagster.
zelf ook met[klaagster]
over het testament gesproken” heeft, is onjuist. [naam 1] heeft de notaris slechts opgewacht in de hal van het ziekenhuis om aan hem het kamernummer van klaagster door te geven.
Vrijdag 10 februari heb ik [naam 1] gesproken en heb ik met haar de voorgenomen aanvullingen doorgenomen.” Het hof gaat uit van de door de notaris weergegeven gang van zaken in deze brief; zijn stelling in eerste aanleg en in hoger beroep dat hij op 10 februari 2023 niet inhoudelijk met [naam 1] over de wijziging van het testament van klaagster heeft gesproken, hetgeen hij ter zitting in hoger beroep ook heeft verklaard, komt het hof ongeloofwaardig voor, nu zijn brief met gedetailleerde informatie over de gang van zaken relatief kort na het passeren van het testament is opgesteld. Hij heeft ter zitting in hoger beroep het verschil tussen deze verklaring en de brief van 21 juni 2023 ook niet van een redelijke uitleg kunnen voorzien. Op het moment van het passeren van het testament verkeerde klaagster, die op hoge leeftijd was, in een kwetsbare medische conditie waarbij [naam 1] haar belangenbehartiger was. Onder deze omstandigheden had de notaris extra alert moeten zijn op de vrije wilsvorming door klaagster, wat hij niet (voldoende) heeft gedaan.
Uitgangspunten proceskostenveroordeling in hoger beroep’ (te raadplegen op de website van dit hof). Nu het hoger beroep van klager leidt tot oplegging van een zwaardere maatregel, ziet het hof