In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 mei 2025 een beschikking gegeven in hoger beroep betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft bezwaren geuit tegen de benoeming van de bijzondere curator, terwijl de moeder, verweerster in hoger beroep, geen bezwaren heeft. Het hof heeft in zijn eerdere beschikking van 1 april 2025 overwogen dat er behoefte is aan meer duidelijkheid over de situatie van de kinderen, gezien de verstoorde verhoudingen tussen de ouders en de kinderen. De vader heeft aangegeven dat de benoeming van een bijzondere curator de onduidelijkheid over de zorgregeling kan verlengen, maar het hof is van oordeel dat de benoeming noodzakelijk is voor het belang van de kinderen. De bijzondere curator zal de kinderen vertegenwoordigen en onderzoek verrichten naar hun wensen en de relatie met beide ouders. Het hof heeft de bijzondere curator verzocht om verslag uit te brengen over haar bevindingen en heeft de ouders verplicht om aan de instructies van de bijzondere curator te voldoen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en verdere beslissingen zijn aangehouden tot het verslag van de bijzondere curator is ontvangen.