Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.VERMONT INVESTMENTS B.V.,
CONTITANK HOLDING B.V.,
CONTITANK EXPLOITATIE B.V.,
CONTITANK B.V.,
INO B.V.,
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR CONTITANK HOLDING,
[geïntimeerde 7],
[geïntimeerde 8],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een incidentele vordering tot voeging door Royal Schouten Group N.V. (RSG) aan de zijde van Mercator B.V. in een hoger beroep. Mercator is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin werd geoordeeld dat een overeenkomst tussen Mercator en Vermont Investments B.V. (Vermont c.s.) is beëindigd. RSG, als grootaandeelhouder van Mercator, stelt dat zij belang heeft bij voeging omdat een negatieve uitspraak in de hoofdzaak nadelige gevolgen kan hebben voor haar als aandeelhouder. Het hof oordeelt dat RSG voldoende belang heeft bij de voeging, aangezien zij als houder van bijna alle aandelen in Mercator een financieel belang heeft in de uitkomst van de procedure. Het hof wijst de incidentele vordering tot voeging toe, ondanks de bezwaren van Vermont c.s. die stellen dat de voeging de procedure onnodig vertraagt. Het hof benadrukt dat voeging in het algemeen tijd met zich meebrengt en dat dit op zichzelf geen reden is om de vordering af te wijzen. De zaak wordt vervolgens verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven door Mercator, waarna RSG de gelegenheid krijgt om een memorie in te dienen.