ECLI:NL:GHAMS:2025:1220
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen met ambivalente moederlijke instemming
In deze zaak gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] (13 jaar) en [minderjarige 2] (11 jaar). De rechtbank Noord-Holland had eerder op 26 augustus 2024 de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 28 maart 2025, waartegen de moeder in hoger beroep is gegaan. De moeder is van mening dat de verlenging onterecht is, omdat zij in staat is om een veilige opvoedsituatie te bieden en de kinderen bij haar kunnen wonen. De gecertificeerde instelling (GI) en de Raad voor de Kinderbescherming hebben echter aangegeven dat de situatie van de moeder niet stabiel genoeg is en dat de kinderen beter af zijn bij de tante, waar zij al jaren wonen. Het hof heeft de rechtmatigheid van de verlenging getoetst en geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De moeder's ambivalentie over haar rol en de zorgen over haar opvoedkundige capaciteiten zijn belangrijke factoren in de beslissing. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat.