ECLI:NL:GHAMS:2025:1287
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis in hoger beroep inzake opzetheling van een fiets met aandacht voor de redelijke termijn
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1967, was beschuldigd van opzetheling van een fiets. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter, maar wijdde ambtshalve een overweging aan de redelijke termijn. De redelijke termijn is aangevangen met het eerste politieverhoor op 2 oktober 2022 en is in eerste aanleg niet overschreden, aangezien het vonnis op 22 november 2022 werd gewezen. In hoger beroep begon de termijn op 23 november 2022 en eindigde met het arrest van 16 mei 2025, waarbij de termijn met ruim 5 maanden is overschreden. Het hof oordeelde dat de opgelegde gevangenisstraf van 2 weken passend was, ondanks de overschrijding van de redelijke termijn. De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn.