Uitspraak
Onderzoek van de zaak
enig lichamelijk letsel ten gevolge” niet kan worden bewezen – zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 50 dagen.
Vonnis waarvan beroep
- artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aanhaalt bij de toepasselijke wettelijke voorschriften;
- de bewijsmiddelen 1 en 4 van de politierechter vervangt door het hiernavolgende;
- het in hoger beroep gevoerde bewijsverweer van de raadsman bespreekt; en
- ambtshalve een overweging wijdt aan de redelijke termijn.
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van 4 maart 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (doorgenummerde pagina’s B001-B003).Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 2 maart 2021 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[aangever]:
Een proces-verbaal van 30 maart 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar (doorgenummerde pagina’s B124-B126).Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
het hof begrijpt: [geboortedag 1] 1998) te [geboorteplaats 2] .
Bewijsoverweging
het hof begrijpt: NN3) niet kent. De herkenningen door verbalisant [verbalisant 1] en verbalisant [verbalisant 2] , die beiden de verdachte als NN3 hebben herkend, zijn niet gebaseerd op onderscheidende kenmerken en zijn bovendien onderling tegenstrijdig. Zo spreekt [verbalisant 1] over een “
lang, bol hoofd”, terwijl [verbalisant 2] spreekt over een “
rond hoofd”. Daar komt bij dat het hoofd van NN3 op de foto van de camerabeelden überhaupt nauwelijks te zien is, omdat NN3 een pet draagt.
stillvan de camerabeelden (dossierpagina’s B123 en B126) van voldoende kwaliteit en voldoende duidelijk om als basis voor herkenning te dienen. Op de bewuste
still, in kleur, is NN3 volledig in beeld en is het gezicht naar de camera toegedraaid. Zowel verbalisant [verbalisant 1] als verbalisant [verbalisant 2] heeft in een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal geverbaliseerd dat zij NN3 hebben herkend als de verdachte. Verbalisant [verbalisant 2] heeft bovendien de bewegende (video)beelden gezien. Gelet op het voorgaande, en anders dan de raadsman heeft betoogd, doen de genoemde kenmerken waarop deze herkenning is gebaseerd – zoals de vorm van het hoofd – voor het hof geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van deze herkenningen. De twee herkenningen worden derhalve betrouwbaar geacht en kunnen voor het bewijs worden gebezigd.
Redelijke termijn
6 juli 2023 inhoudelijk was behandeld en afgedaan, het hof reeds op 20 juli 2023 arrest zou hebben gewezen. Voor zover de redelijke termijn van 2 jaren in hoger beroep is overschreden, komt dat voor rekening van de verdachte.