Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
- [appelant] te veroordelen mee te werken aan het nemen van een bestuursbesluit, teneinde een Italiaanse advocaat (de heer [naam 5] , dan wel een andere onafhankelijke advocaat) te instrueren om het hiervoor onder 3.15 bedoelde bestuursbesluit te effectueren, en,
- [appelant] te veroordelen mee te werken aan het doen benoemen door de Onderne- mingskamer van een deskundige als adviseur om namens het bestuur van [bedrijf 1] besluiten te nemen, ingeval van een impasse over enig besluit,
grieven 2 tot en met 5bestrijdt [appelant] – samengevat – het oordeel van de voorzieningenrechter ten aanzien van de gang van zaken op de algemene vergadering van aandeelhouders van [bedrijf 3] van 5 mei 2023 en de daar genomen aandeelhoudersbesluiten tot ontslag van de heer [naam 2] als bestuurder van [bedrijf 3] en tot wijziging van de statuten van [bedrijf 3] . De grieven betreffen daarmee de hiervoor onder 4.1 vermelde vorderingen I en II van [geintimeerde] voor zover gericht tegen [appelant] en lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Het hof oordeelt als volgt.
[bedrijf 1]zouden daartoe zowel [geintimeerde] als [appelant] tot bestuurder worden benoemd, waarbij zij alleen gezamenlijk vertegenwoordigingsbevoegd waren en waarbij – binnen het bestuur – geen van beiden als voorzitter van het bestuur zou fungeren. Met het aandeelhoudersbesluit van 29 september 2022 is hieraan uitvoering gegeven. Deze afspraak sluit ook aan bij het in artikel 10 lid 2 van de statuten van [bedrijf 1] bepaalde. Partijen hebben verder procedure-afspraken gemaakt voor het geval dat, als gevolg van die pariteit, binnen het bestuur dan wel de algemene vergadering van [bedrijf 1] sprake is van een impasse (zie nr. 6 van het proces-verbaal van de schikking). In geval van een impasse binnen de algemene vergadering hebben partijen afgesproken dat zij zich verbinden aan het oordeel van een bindend adviseur, waarbij zij de Ondernemingskamer gezamenlijk zullen verzoeken om een deskundige voor te dragen die als bindend adviseur zal optreden.
[bedrijf 3]hebben partijen dit evenwicht willen bereiken door [bedrijf 1] (op voordracht van [geintimeerde] ) [naam 2] te laten benoemen als (uitvoerend) bestuur- der van [bedrijf 3] en (op voordracht van [appelant] ) [appelant] als toezichthoudend bestuurder van [bedrijf 3] . In dat kader heeft [appelant] op uitdrukkelijk verzoek van de toenmalige door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder van [bedrijf 1] ( [naam 1] ) bij e-mail van haar advocaat van 12 mei 2022 aanvullend nog bevestigd dat zij geen misbruik zou maken van haar invloed op haar echtgenoot [appelant] in relatie tot diens toekomstige verantwoordelijkheden (als beoogd toezichthoudend bestuurder van [bedrijf 3] )
(“my clients hereby confirm that they will not misuse their influence they have (if any) on Mr [appelant] with respect to his future responsibility”).
bewusttoe heeft geleid dat zij als ‘voorzitter’ (
chairman) namens [bedrijf 1] op de aandeelhoudersvergadering kon spreken en stemmen kan daarbij in het midden blijven. Door in haar eentje namens [bedrijf 1] ter vergadering op te treden en te stemmen heeft [appelant] de met [geintimeerde] gemaakte afspraken in de schikking geschonden en tevens in strijd met het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de statuten van [bedrijf 1] – en daarmee onrechtmatig jegens [geintimeerde] als mede-aandeelhouder van [bedrijf 1] – gehandeld.
grieven 2 tot en met 5af.
€ 3.035,00(tarief II, 2,5 punten)