ECLI:NL:GHAMS:2025:1487
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging hoofdverblijfplaats van minderjarige in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [minderjarige 1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, die op 6 september 2024 haar verzoek om wijziging van de hoofdverblijfplaats had afgewezen. De moeder wilde dat [minderjarige 1] bij haar zou wonen, zodat zij hem op haar adres kon inschrijven. De vader, verweerder in hoger beroep, heeft geen verweerschrift ingediend en verzet zich niet tegen de wijziging van de hoofdverblijfplaats. Het hof heeft de belangen van [minderjarige 1] in overweging genomen en vastgesteld dat de huidige zorgregeling, waarbij [minderjarige 1] om de week bij de vader en de moeder verblijft, goed functioneert. De moeder is volledig beschikbaar voor [minderjarige 1] en kan praktische zaken voor hem regelen. Het hof oordeelt dat de wijziging van de hoofdverblijfplaats in het belang van [minderjarige 1] is en heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd, waarbij de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] per 3 juni 2025 bij de moeder is bepaald.