Uitspraak
mr. M.H.J. van Resten
mr. S.S. van Dam, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D Smit,beiden kantoorhoudende te
mr. R.J.W. Analbersen
mr. J.L. van Maanen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. M.H.J. van Resten
mr. S.S. van Dam, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D Smit,beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. R.J.W. Analbersen
mr. J.L. van Maanen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. R.J.W. Analbersen
mr. J.L. van Maanen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[broer M] ,
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D. Smit, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
4.[broer H] ,
mr. M.H.J. van Rest en mr. S.S. van Dam, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. Ph. W. SCHREURS,in zijn hoedanigheid van beheerder van aandelen in [vennootschap 2 vastgoed] en [vennootschap 1 winkelexploitatie] ,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
- [vennootschap 2 vastgoed] als [vennootschap 2 vastgoed] ;
- [vennootschap 1 winkelexploitatie] als [vennootschap 1 winkelexploitatie] ;
- [vennootschap 2 vastgoed] en [vennootschap 1 winkelexploitatie] gezamenlijk als de Vennootschappen;
- [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] als [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] ;
- [broer H] als [broer H] ;
- [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] als [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] ;
- [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] , [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] en [broer H] gezamenlijk als [broer H] c.s. (met dien verstande dat omwille van de leesbaarheid, bij de bespreking van de vordering tot uittreding, [broer H] c.s. ook wel verwijst naar [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] en [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] gezamenlijk);
- [persoonlijke houdstermaatschappij broer M] als [persoonlijke houdstermaatschappij broer M] ;
- [broer M] als [broer M] ;
- [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer M] als [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer M] ;
- [persoonlijke houdstermaatschappij broer M] , [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer M] en [broer M] gezamenlijk als [broer M] c.s. (met dien verstande dat omwille van de leesbaarheid, bij de bespreking van de vordering tot uittreding [broer M] c.s. ook wel verwijst naar [persoonlijke houdstermaatschappij broer M] en [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer M] gezamenlijk);
- [een 100% dochter van vennootschap 1 inkooporganisatie] , als ELC;
- mr. P.D. Olden als Olden of de onderzoeker;
- W.L. Meijer als Meijer of de OK-bestuurder;
- mr. P.W. Schreurs als Schreurs of de OK-beheerder.
1.Het verloop van het geding
in de uittredingsprocedure:
- de namens [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] en [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] ingediende uittredingsverzoeken af te wijzen en hen te veroordelen in de kosten van de procedure, met nakosten en wettelijke rente;
- indien de Ondernemingskamer het uittredingsverzoek van [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] en [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] toewijst, te bepalen dat
- de Ondernemingskamer verzocht het primaire en subsidiaire verzoek van de Vennootschappen af te wijzen;
- zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer over het meer subsidiaire verzoek van de Vennootschappen en de uittredingsverzoeken van [persoonlijke houdstermaatschappij broer H] en [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer H] .
2.Inleiding
governancekan worden opgenomen waarin de mogelijk negatieve gevolgen voor de Vennootschappen van een impasse op aandeelhoudersniveau worden beperkt. Statutair is nu bij de Vennootschappen voor statutenwijziging een besluit van algemene vergadering vereist dat is genomen met een drie vierde meerderheid in een vergadering waarin ten minste twee derde van het kapitaal is vertegenwoordigd. Dat betekent dat voor een statutenwijziging in de praktijk overeenstemming tussen [broer H] en [broer M] is vereist. De gevraagde voorziening strekt ertoe dat de statutaire
governancekan worden gewijzigd met de stemmen van één van de broers en van Schreurs als OK-beheerder.
3.Feiten
non disclosure agreementte sluiten ter waarborging van de geheimhouding van de gegevens die de OK-bestuurder ten behoeve van de inbreng van (onder anderen) [broer H] in het waarderingsproces in een dataroom had geplaatst. De waarderingstrajecten hebben geleid tot een rapport van BFI van 6 juni 2023 en een rapport van Kroll B.V. van 9 augustus 2024. De uitkomsten van beide waarderingen – waarbij is geabstraheerd van de bij partijen bekende kwetsbaarheden in de bedrijfsvoering – waren volgens [broer H] veel te laag en vormden wat hem betreft geen geschikt uitgangspunt voor een prijsbepaling. [broer M] was wel bereid uit te gaan van de waarde volgens het tweede rapport. Uiteindelijk konden [broer H] c.s. en [broer M] c.s. het niet eens worden over een overnameprijs en de overige voorwaarden van verkoop, waaronder (1) de verdeling tussen hen van de aanzienlijke risico’s die zich na een verkoop zouden kunnen materialiseren als gevolg van de kwetsbaarheden in de bedrijfsvoering, (2) een door [broer H] c.s. te verstrekken lening om aankoop door [broer M] c.s. mogelijk te maken en (3) een concurrentiebeding en relatiebeding voor [broer H] c.s. en de kinderen van [broer H] .
term sheetvan 29 november 2024, die ertoe strekt een verkoop en levering door de Vennootschappen aan een vennootschap van [broer M] tot stand te brengen van alle aandelen in ELC en het door [vennootschap 2 vastgoed] gehouden vastgoed (hierna te noemen: de Transactie). Op 20 december 2024 is op verzoek van de OK-beheerder een gecombineerde aandeelhoudersvergadering van de Vennootschappen gehouden, waarin een besluit tot goedkeuring van de Transactie op de agenda stond. Een besluit tot goedkeuring is niet genomen omdat [broer H] c.s. en de OK-beheerder tegen stemden. Inmiddels heeft de OK-bestuurder afgezien van het tot stand brengen van de Transactie en het daarop betrekking hebbende primaire verzoek in de enquêteprocedure ingetrokken, met als toelichting dat de Transactie niet haalbaar is zolang de Belgische vennootschappen niet onder dezelfde leiding als de Vennootschappen kunnen worden gebracht, terwijl daarop geen zicht is op korte termijn.
back-to-back-verkoop aan de Vennootschappen). Vervolgens heeft de OK-bestuurder bij e-mail van 10 oktober 2023 (waarbij een concept-intentieovereenkomst en een concept-koopovereenkomst waren gevoegd) aan [broer H] c.s. tot 27 oktober 2023 de tijd geboden om tegen de voorgenomen
back-to-back-verkoop aan de Vennootschappen bij de Ondernemingskamer op te komen. Nadat [broer H] c.s. die termijn ongebruikt hebben laten verstrijken, heeft de OK-bestuurder namens de Vennootschappen met [de Belgische persoonlijke houdstermaatschappij broer M] op 30 oktober 2023 de intentieovereenkomst voor de
back-to-back-verkoop gesloten.
4.De beoordeling van het verzoek tot uittreding
De beslissing van [broer H] op 19 november 2020 om de samenwerking met [broer M] te beëindigen staat in geen verhouding tot de redenen die [broer H] daarvoor aanvoert. Die beslissing lijkt ófwel irrationeel, ófwel ingegeven door andere redenen.”
Dat jij hier nog durft te komen na alles wat je ons hebt aangedaan.”
Bloembollenbedrijf Brouwer), rov. 3.9). In dit geval hebben de Vennootschappen een zwaarwichtig belang om geen concurrentiegevoelige informatie aan [broer H] c.s. te verstrekken, omdat [broer H] eerder zeer concurrentiegevoelige informatie van de Vennootschappen in handen van zijn kinderen heeft gesteld, die daarvan gebruik hebben gemaakt bij het opzetten van [concurrende onderneming] . Het gaat daarbij om calculatiesheets waarop zeer vertrouwelijke en waardevolle informatie staat over de producten die in de winkels van de groep worden verkocht, zoals alle leveranciers van de groep, inclusief artikelnummers leverancier, actuele prijzen en prijzen die in het verleden zijn betaald, vrachtkosten nu en in het verleden, extra kosten van certificering (indien van toepassing), verkoopprijzen en actieprijzen van concurrenten, marges verkoop op inkoop, in valuta en percentage, en promotieacties (ook over de afgelopen vijf jaren). Uit het rapport van 23 juli 2023 dat PwC heeft opgemaakt naar aanleiding van haar onderzoek naar [concurrende onderneming] blijkt dat [concurrende onderneming] in de periode van 3 november 2021 tot en met 11 februari 2022 ten minste tachtig leveranciers van de groep heeft benaderd.
op voorhand overeenstemming moeten worden[bereikt]
over de wijze waarop de desbetreffende schade[wanneer die kwetsbaarheden zich materialiseren, toevoeging Ondernemingskamer]
wordt begroot, dat niet van belang is wat de aanleiding is geweest voor het zich materialiseren van het risico en dat voor betaling door [broer H] zekerheid wordt gesteld[die]
beperkt[zal]
zijn in de tijd en in de loop van de jaren[zal]
worden afgebouwd”.
De beoordeling van het verzoek van de Vennootschappen tot tijdelijke terzijdestelling van de eis van twee derde meerderheid voor een statutenwijziging
governance– en meer in het bijzonder de invoering van het structuurregime – willen zij komen tot enig herstel van verhoudingen. Het bestuur van de Vennootschappen is nu in handen van [broer M] en de OK-bestuurder, maar de “rek is eruit”: terwijl de Vennootschappen voor grote uitdagingen staan, dient [broer M] nu alle aspecten van de bedrijfsvoering aan te sturen, daarbij – waar nodig – gedurende enkele dagen per week geholpen door Meijer als OK-bestuurder. Die situatie is niet houdbaar en daar dient op korte termijn verandering in te komen, aldus de Vennootschappen. Er dient volgens hen een aanzienlijke versterking van de managementorganisatie te komen. De OK-bestuurder heeft eerder een CFO ad interim kunnen aantrekken, maar diens aanstelling eindigt naar verwachting op korte termijn. [broer M] heeft meermaals kenbaar gemaakt dat de huidige situatie voor hem en zijn gezin niet langer vol te houden is. Het aantrekken van de benodigde versterking is onder de huidige omstandigheden echter lastig volgens de Vennootschappen. De Vennootschappen hebben ter adstructie van de beoogde wijzigingen verwezen naar concept-statuten die zij eerder met de OK-beheerder hebben gedeeld. De Ondernemingskamer stelt vast dat daarin wordt voorgesteld voor [vennootschap 1 winkelexploitatie] het volledige structuurregime in te voeren (waarin bestuurders worden benoemd, ontslagen en geschorst door de raad van commissarissen) en bij [vennootschap 2 vastgoed] (onder meer) een raad van commissarissen in te stellen.
governanceen van het management van de Vennootschappen, die nodig is in het licht van de omvang van de daaraan verbonden onderneming en de uitdagingen waarvoor de onderneming staat. Bij het vormgeven van een andere statutaire inrichting kan daarnaast worden getracht de gevolgen van de verstoorde verhoudingen op aandeelhoudersniveau voor de Vennootschappen te beperken. Een versterking van de
governanceen het management zal er ook aan kunnen bijdragen dat de situatie normaliseert en de benoemingen van de OK-bestuurder en de OK-beheerder kunnen worden beëindigd. Invoering van het volledige structuurregime bij (in ieder geval) [vennootschap 1 winkelexploitatie] is in dit verband een voor de hand liggende keuze, ook omdat [vennootschap 1 winkelexploitatie] binnen afzienbare tijd op grond van een wettelijke verplichting daartoe zal dienen over te gaan. [vennootschap 1 winkelexploitatie] voldoet immers, sinds zij onder leiding van de OK-bestuurder een ondernemingsraad heeft ingesteld, aan de criteria als bedoeld in artikel 2:263 lid 2 BW en heeft de opgaaf als bedoeld in artikel 2:264 BW verricht, zij het dat die opgaaf nog niet drie jaar onafgebroken ingeschreven is geweest. Wel is aannemelijk dat daarvan op afzienbare termijn sprake zal zijn, zodat dan in ieder geval het structuurregime op grond van de wet voor [vennootschap 1 winkelexploitatie] zal gelden. Van steekhoudende bezwaren van [broer H] c.s. tegen een vervroeging van de invoering van het structuurregime is niet gebleken.