ECLI:NL:GHAMS:2025:1749
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van lijfsdwang bij achterstallige kinderalimentatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van lijfsdwang voor achterstallige kinderalimentatie. De vrouw, appellante, had de man, geïntimeerde, aangeklaagd voor het niet betalen van kinderalimentatie, die was vastgesteld door de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder een veroordeling tot betaling van kinderalimentatie uitvoerbaar bij lijfsdwang verklaard, maar deze was in verzet vernietigd. De vrouw heeft vervolgens opnieuw om lijfsdwang gevraagd, omdat de man niet in staat zou zijn om aan zijn verplichtingen te voldoen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de man beoordeeld, waaronder zijn financiële situatie en de argumenten van beide partijen. De man stelde dat hij dakloos was en geen inkomsten had, maar de vrouw betwistte dit en voerde aan dat de man wel degelijk inkomsten had. Het hof oordeelde dat de man niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet in staat was om de achterstallige alimentatie te betalen. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter vernietigd en de vordering van de vrouw om de beschikking van de rechtbank uitvoerbaar bij lijfsdwang te verklaren toegewezen. De man werd veroordeeld in de kosten van de procedure.