ECLI:NL:GHAMS:2025:1842
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van geweldshandelingen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van de aangever op 3 mei 2020 in Hoofddorp. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, stellende dat de verklaringen van de aangever en getuigen inconsistent waren en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 23 juni en 14 juli 2025 gehouden en heeft de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsvrouw en de benadeelde partij gehoord. Het hof oordeelt dat de verklaringen van de aangever op zichzelf voldoende concreet zijn, maar dat het steunbewijs ruimte laat voor twijfel. De collega van de aangever heeft een andere persoon aangewezen tijdens een fotoconfrontatie, en er waren ook andere getuigen die hebben verklaard dat de verdachte geen geweldshandelingen heeft verricht. Hierdoor kan het hof niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen dat de verdachte de dader is. Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. De kosten worden door beide partijen gedragen.