ECLI:NL:GHAMS:2025:1964

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 juli 2025
Publicatiedatum
28 juli 2025
Zaaknummer
23-002433-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak wegens drugssmokkel met getuigenverhoor en bewijsstukken

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 juli 2025 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1986, werd op 18 juni 2024 op Schiphol aangehouden met bijna 8 kilogram cocaïne in haar bagage. De verdachte heeft verklaard dat zij niet op de hoogte was van de cocaïne in haar bagage en dat zij de reis van Jamaica naar Schiphol heeft gemaakt op verzoek van een man, genaamd [getuige]. Tijdens de zitting op 9 juli 2025 bleek dat het onderzoek niet volledig was en het hof besloot het onderzoek te heropenen. Het hof heeft de verdediging de gelegenheid geboden om getuigen te horen en aanvullende bewijsstukken, zoals een videogesprek en WhatsApp-berichten, in te dienen. Het hof heeft ook navraag gedaan naar camerabeelden van het appartement waar de verdachte verbleef. De voorlopige hechtenis van de verdachte is opgeheven, en het hof heeft de zaak verwezen naar de vaste raadsheer-commissaris voor verdere behandeling. De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen om ervoor te zorgen dat alle relevante feiten en omstandigheden in de zaak worden onderzocht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002433-24
datum uitspraak: 23 juli 2025
TEGENSPRAAK
Tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 14 oktober 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-198278-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1986,
thans gedetineerd in de [detentieadres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 juli 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Op de terechtzitting in hoger beroep van 9 juli 2025 is het onderzoek in deze strafzaak gehouden en gesloten. Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Uit de dossierstukken en het verhandelde ter terechtzitting blijkt het volgende.
De verdachte is op 18 juni 2024 op Schiphol aangehouden met bijna 8 kilogram cocaïne in haar bagage.
De verdachte heeft verklaard de reis van Jamaica naar Schiphol te hebben gemaakt zonder te hebben geweten dat zich in haar bagage cocaïne bevond. Toen haar bagage op Schiphol werd onderzocht, viel haar direct op dat bepaalde verpakkingen van producten, zoals de verpakkingen koffie, die zij op verzoek van de nader te noemen [getuige] op de reis vanuit Jamaica had meegenomen, er qua omvang heel anders uitzagen dan de verpakkingen die zij in haar bagage had gestopt. Zo stonden sommige verpakkingen boller.
De verdachte heeft, mede na vragen van het hof, op voornoemde zitting verder het volgende naar voren gebracht:
  • Zij is van Nederland naar Jamaica gereisd om een daar wonende man, genaamd [getuige] , die zij een week of zeven daarvoor had leren kennen, te ontmoeten;
  • [getuige] , geboren op [geboortedag 2] 1980 in [geboorteplaats 2] ( [geboorteland] ), liet zich [getuige] noemen;
  • [getuige] heeft verdachtes vliegticket voor de reis gefinancierd;
  • [getuige] heeft ook het appartement in [plek] , waar zij samen verbleven, betaald;
  • Ze zijn tijdens het verblijf bijna constant samen geweest;
  • [getuige] is nimmer in het appartement geweest zonder dat de verdachte daar ook was;
  • Het appartementencomplex was omgeven door een hek (“gated community”) dat door een soort kastje (“clicker”) kon worden geopend;
  • De deur van het appartement zelf werd geopend door een fysieke sleutel;
  • Er waren twee gelijke fysieke sleutels verstrekt, maar die zijn tijdens het gehele verblijf bij elkaar gebleven, omdat de verdachte en [getuige] toch constant samen waren;
  • De verdachte en [getuige] hebben boodschappen gedaan; ze waren daarbij constant samen, in elkaars zicht;
  • Er zijn boodschappen gehaald die de verdachte zelf wilde meenemen naar Nederland;
  • [getuige] heeft de verdachte gevraagd of zij ook voor hem boodschappen wilde meenemen naar Nederland (hierna ook: de [getuige] -boodschappen). De [getuige] -boodschappen zouden dan door de dochters van [getuige] , die door Europa reisden, bij de verdachte in Nederland worden opgehaald, om ze vervolgens mee te nemen naar Groot-Brittannië, waar zij wonen;
  • De [getuige] -boodschappen heeft [getuige] zelf in de winkel uit de schappen gepakt;
  • Daarbij is de verdachte niets vreemds opgevallen;
  • Niemand in de winkel heeft zich bemoeid met de boodschappen, anders dan desgevraagd aan te wijzen waar iets te vinden was;
  • De verdachte heeft zelf haar bagage ingepakt;
  • De verdachte heeft op de laatste dag van haar reis haar bagage met een TSA-slot afgesloten;
  • De verdachte heeft niet constant over haar schouder gekeken toen ze het TSA-slot gebruikte, maar ze sluit uit dat [getuige] de cijfercode daarvan wist;
  • Daarna is ze met [getuige] een aantal uren buiten het appartement geweest, ze waren ook deze uren constant samen;
  • Bij terugkeer in het appartement is haar niets opgevallen, zoals braakschade;
  • Ze trof de bagage aan zoals ze die had achtergelaten;
  • Ze heeft die bagage niet meer geopend en is daarmee gaan reizen naar Schiphol.
De verdachte heeft desgevraagd ter zitting van 9 juli 2025, gelet op het voorgaande, in samenhang met de overige dossierstukken, bevestigd dat het volgende alternatieve scenario aannemelijk is:
  • In de uren dat de verdachte en [getuige] op de laatste dag niet in het appartement aanwezig waren, is door één of meer personen (hierna enkelvoud: NN) dat appartement binnengegaan;
  • Nu door de verdachte geen (braak)schade is opgemerkt, zal NN over de sleutel van het appartement en de clicker van het hek hebben beschikt;
  • NN was op de hoogte van de afwezigheid van de verdachte en [getuige] ;
  • NN heeft met een TSA-loper haar bagage geopend;
  • NN heeft identieke boodschappen - met daarin verborgen cocaïne - verruild voor de door de verdachte in de bagage gestopte [getuige] -boodschappen;
  • NN wist dus precies welke boodschappen de verdachte voor [getuige] zou meenemen;
  • NN heeft dit alles gedaan zonder dat voor de verdachte te zien was dat de bagage was geopend en de inhoud was aangepast;
  • [getuige] moet van dit opzetje op de hoogte zijn geweest.
Ter terechtzitting van 24 maart 2025 heeft het hof het verzoek van de verdediging, om middels een rechtshulpverzoek, [getuige] als getuige te horen, afgewezen. Het hof ziet aanleiding om bij dit tussenarrest op deze beslissing terug te komen en de verdediging alsnog de gelegenheid te bieden de door de verdachte geschetste feiten en omstandigheden en haar scenario van onderbouwing te voorzien.
De raadsman heeft verder ter zitting aangegeven te beschikken over een videogesprek tussen een vriendin van de verdachte en voornoemde [getuige] , in welk gesprek over de door de verdachte voor [getuige] meegenomen boodschappen wordt gesproken. De raadsman heeft ter zitting meegedeeld dit materiaal reeds te hebben overgelegd en aangeboden dit zo nodig wederom te doen, ter voeging in het dossier. Mede gelet op de beslissing om [getuige] als getuige te doen horen, acht het hof het van belang dat dit materiaal wordt toegevoegd aan het dossier, op de wijze als hierna te melden.
De raadsman heeft in eerste aanleg daarnaast op 29 september 2024 het volledige chatgesprek (inclusief mediabestanden) tussen verdachte en [getuige] naar de rechtbank gemaild. Het hof acht het van belang om de beschikking te krijgen over deze WhatsApp-gesprekken (inclusief mediabestanden) teneinde ook die aan het dossier toe te voegen.
Tot slot ziet het hof aanleiding om in het rechtshulpverzoek ook navraag te doen naar de camerabeelden van het betreffende appartement waarin verdachte zegt te hebben verbleven, zoals door de verdediging verzocht. Indien de beelden nog beschikbaar zijn, wenst het hof deze beelden te ontvangen.
Gelet op het voorgaande zal het hof het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum gelasten. Daarbij zal het hof ook ambtshalve een beslissing nemen over de voorlopige hechtenis van de verdachte en zal het bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

Beslissing

Het hof:
Heropent het gesloten onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting;
Bepaalt dat de raadsman uiterlijk op 15 augustus 2025 voornoemd
videogesprektussen een vriendin van de verdachte en voornoemde [getuige] zal doen toekomen aan het Kabinet van de vaste raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, ter voeging in het dossier;
Bepaalt dat de raadsman uiterlijk op 15 augustus 2025 voornoemde originele
WhatsAppgesprekken (inclusief mediabestanden)tussen de verdachte en [getuige] zal doen toekomen aan het Kabinet van de vaste raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, ter voeging in het dossier;
Bepaalt dat de raadsman uiterlijk op 15 augustus 2025
het adresopgeeft van de [plek] (inclusief kamernummer) waar verdachte met [getuige] zou hebben verbleven;
Verwijst de zaak naar de vaste raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof, voor het horen van de volgende
getuige:
[getuige], geboren op [geboortedag 2] 1980, houder van een Jamaicaans paspoort met nummer [nummer] , geldig tot 16 mei 2029, laatst bekende adres: [adres] );
Bepaalt dat de raadsheer-commissaris navraag doet naar de beschikbaarheid van camerabeelden van het betreffende appartement, zoals door de raadsman opgegeven, in de periode
11 juni 2024 tot en met 18 juni 2024. Indien de beelden nog beschikbaar zijn, wenst het hof deze te ontvangen;
Stelt de stukken hiertoe in handen van de vaste raadsheer-commissaris;
Het hof is van oordeel dat een uiterste termijn van één jaar na indiening van het rechtshulpverzoek als een aanvaardbare termijn voor het horen van de getuige kan gelden.
Heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van woensdag 23 juli 2025 te 13:30 uur, welke beslissing afzonderlijk zal worden opgemaakt;
Beveelt de oproeping van de verdachte en de raadsman van de verdachte tegen de nog nader te bepalen terechtzitting.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. R.A.J. Hübel en mr. B. de Wilde, in tegenwoordigheid van mr. Z. Hoshmand, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 juli 2025.
Mr. B. de Wilde is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Noot:deze zaak dient voor de verdere inhoudelijke behandeling bij voorkeur te worden aangebracht bij
dezelfde zittingscombinatie,voor de duur van
90 minuten.
=========================================================================
[…]