ECLI:NL:GHAMS:2025:1986
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wijziging van de (voorlopige) partneralimentatie in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een verzoek van de man tot wijziging van de (voorlopige) partneralimentatie die hij aan de vrouw dient te betalen. De rechtbank Amsterdam heeft in haar beschikking van 19 november 2024 het verzoek van de man tot wijziging van de partneralimentatie afgewezen. De man is het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld op 19 februari 2025. De vrouw heeft op 15 april 2025 een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 26 juni 2025 waren beide partijen aanwezig, bijgestaan door hun advocaten.
De man en de vrouw zijn in 2018 met elkaar gehuwd en zijn inmiddels gescheiden. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een partneralimentatie van € 2.018,- bruto per maand aan de vrouw dient te betalen. De man stelt dat zijn inkomen drastisch is afgenomen door detentie en dat hij daardoor geen draagkracht heeft voor het betalen van de alimentatie. Het hof oordeelt dat de man voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, maar dat de ingangsdatum van de wijziging van de alimentatie niet eerder kan zijn dan de datum van de beschikking van het hof, namelijk 12 februari 2024.
Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Het verzoek van de man wordt afgewezen, omdat hij geen belang meer heeft bij een inhoudelijke bespreking van zijn verzoek, nu zijn onderhoudsverplichting jegens de vrouw van rechtswege is geëindigd.