ECLI:NL:GHAMS:2025:2040
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep met betrekking tot wapens en munitie
Op 19 juni 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 25 juni 2024, in de strafzaak met parketnummer 23-001520-24. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij vrijgesproken was van verschillende tenlastegelegde feiten met betrekking tot het voorhanden hebben van wapens en munitie. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 juni 2025 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsvrouw gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging cumulatief is en dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraken in eerste aanleg. Het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep, maar reageert op een in hoger beroep gevoerd verweer van de verdediging. De verdediging stelde dat de verdachte niet wist dat het voorhanden hebben van een machinepistool een strafbaar feit was, maar het hof oordeelt dat de verdachte bewust de kans heeft aanvaard dat het een echt wapen betrof. Het hof verwerpt dit verweer en bevestigt het vonnis van de rechtbank, met inachtneming van de overwegingen in het arrest.