Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
85 (vijfentachtig) dagen.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 augustus 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden voor diefstal van twee telefoons. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf. Het hof oordeelt dat de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan diefstal in een uitgaansgelegenheid, wat niet alleen schade en overlast voor de slachtoffers met zich meebracht, maar ook een gevoel van onveiligheid in de samenleving versterkte. Het hof heeft ook geconstateerd dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een aanpassing van de opgelegde straf. Uiteindelijk heeft het hof de gevangenisstraf vastgesteld op 85 dagen, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting en is ondertekend door de rechters, hoewel twee van hen niet in staat waren om het arrest mede te ondertekenen.