ECLI:NL:GHAMS:2025:2068
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na niet handhaven
Op 11 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 augustus 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 11 juli 2025 heeft de advocaat-generaal gevorderd om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De verdachte heeft echter aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven en er is geen schriftelijke indiening van grieven gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.