ECLI:NL:GHAMS:2025:2068

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juli 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
23-002436-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na niet handhaven

Op 11 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 augustus 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 11 juli 2025 heeft de advocaat-generaal gevorderd om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De verdachte heeft echter aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven en er is geen schriftelijke indiening van grieven gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002436-23
datum uitspraak: 11 juli 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 augustus 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-206409-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
[adres]
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 juli 2025.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu de verdachte ter terechtzitting te kennen heeft gegeven het hoger beroep niet te willen handhaven, door of namens de verdachte geen schriftuur houdende grieven is gediend en ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal de verdachte gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. L.F. Roseval, en mr. D. Abels, in tegenwoordigheid van mr. R. Bleumers, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 juli 2025.
Mr. W.S. Ludwig, mr. D. Abels, en mr. R. Bleumers zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.