Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 23 mei 2021 te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer]
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging en mishandeling van een persoon, [slachtoffer], op 23 mei 2021 in Zwanenburg. De tenlastelegging omvatte onder andere het slaan, stompen en duwen van de aangever, wat zou hebben geleid tot letsel. Tijdens de zitting in hoger beroep op 5 juni 2025 heeft het hof de beschikbare camerabeelden als het meest objectieve bewijs beoordeeld. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage had geleverd aan het geweld tegen de aangever. Hierdoor kon het primair tenlastegelegde niet worden bewezen, wat leidde tot vrijspraak van de verdachte. Daarnaast was er ook onvoldoende bewijs voor de subsidiaire tenlastelegging van mishandeling. De vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was toegewezen tot een bedrag van € 607,62, werd in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.