ECLI:NL:GHAMS:2025:2177
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezamenlijk gezag en omgangsregeling van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het gezag en de omgangsregeling van de minderjarige [minderjarige]. De vader, verzoeker in hoger beroep, had eerder bij de rechtbank Noord-Holland verzocht om gezamenlijk gezag over zijn kind, wat door de rechtbank was afgewezen. De vader is van mening dat gezamenlijk gezag in het belang van [minderjarige] is, terwijl de moeder, verweerster in hoger beroep, dit afwijst vanwege de verstoorde communicatie tussen de ouders. Het hof heeft vastgesteld dat er een langdurige moeizame verstandhouding tussen de ouders bestaat en dat er onvoldoende vertrouwen is om gezamenlijk gezag uit te oefenen. Het hof heeft het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag afgewezen en de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Echter, ten aanzien van de omgangsregeling heeft het hof geoordeeld dat er geen bezwaren zijn tegen de uitbreiding van de omgang, waardoor de vader in de oneven weken een extra overnachting met [minderjarige] kan hebben. De beslissing van het hof houdt in dat de omgangsregeling wordt aangepast, terwijl het gezamenlijk gezag niet wordt toegewezen.