ECLI:NL:GHAMS:2025:2222
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- L.F. Roseval
- P. Greve
- J.L. Bruinsma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens schending van het ondervragingsrecht en onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1964, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling voor verduistering van geldbedragen, in totaal € 116.315,20, die toebehoorden aan een benadeelde partij. De verdediging voerde aan dat zij niet in de gelegenheid was geweest om het ondervragingsrecht uit te oefenen, wat essentieel was om de betrouwbaarheid van de belastende verklaringen te toetsen. Het hof oordeelde dat de verdediging niet eerder de kans had gekregen om de aangever te ondervragen, die inmiddels was overleden. Dit leidde tot de conclusie dat het proces niet voldeed aan de eisen van een eerlijk proces zoals gewaarborgd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof stelde vast dat zonder de verklaring van de aangever, het bewijs in het dossier onvoldoende was om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de tenlastegelegde feiten.