ECLI:NL:GHAMS:2025:2268
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling omgangsregeling tussen vader en kinderen in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van een omgangsregeling tussen de vader en zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader had eerder bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een verzoek ingediend om een omgangsregeling vast te stellen, maar dit verzoek was afgewezen in een beschikking van 22 januari 2024. De vader was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak behandeld en de belangen van de kinderen als zwaarwegend beschouwd. Het hof heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor de vaststelling van een omgangsregeling, gezien de traumatische ervaringen van de moeder en de kinderen, en de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen. De moeder heeft aangegeven dat de vader haar tijdens de relatie heeft mishandeld, wat door de vader wordt ontkend. Het hof heeft geconcludeerd dat de kinderen, gezien hun leeftijd en de huidige omstandigheden, niet gebaat zijn bij een omgangsregeling met de vader. De vader heeft wel stappen ondernomen om zijn situatie te verbeteren, maar het hof oordeelt dat de belangen van de kinderen voorop staan. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd en het verzoek van de vader is afgewezen.