Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
6.Beslissing
- de veroordeling onder 5.1.; en
- het verbod onder 5.2.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat [appellant] heeft ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland. De voorzieningenrechter had in een kort geding geoordeeld dat [appellant] onrechtmatige uitingen had gedaan over [geïntimeerde] door een negatieve review te plaatsen op Google. [geïntimeerde] had vorderingen ingesteld tegen [appellant] om deze review te verwijderen en om hem te verbieden zich lasterlijk over haar uit te laten. De voorzieningenrechter heeft [geïntimeerde] grotendeels in het gelijk gesteld en [appellant] veroordeeld tot het verwijderen van de review en het betalen van deurwaarderskosten. In hoger beroep heeft [appellant] de grieven aangevoerd dat de voorzieningenrechter onterecht heeft geoordeeld over het spoedeisend belang en dat het verbod op negatieve uitingen te ruim en disproportioneel is. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het heeft vastgesteld dat de eerdere review van [appellant] onrechtmatig was en dat er voldoende spoedeisend belang was voor de vorderingen van [geïntimeerde]. Het hof heeft de vorderingen van [appellant] in hoger beroep afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten. Het hof heeft de eerdere beslissing van de voorzieningenrechter bevestigd, met uitzondering van de vordering tot betaling van deurwaarderskosten, die is afgewezen omdat het spoedeisend belang daarvoor niet voldoende was aangetoond.