5.6Het hof is, met [X] , van oordeel dat partijen de inhoud van de vanaf 1 april 2018 tussen hen geldende overeenkomst, voor geval deze een arbeidsovereenkomst zou blijken te zijn, niet hebben geregeld.
5.6.1[geïntimeerde] heeft vanaf 1 april 2018 voor [X] werkzaamheden verricht, en zij heeft daarvoor facturen verstuurd. In die facturen maakte [geïntimeerde] melding van een uurtarief van € 20,- euro exclusief 21% btw. Het gefactureerde bedrag diende te worden betaald op een rekeningnummer t.n.v. [Y] , de eenmanszaak van [geïntimeerde] . De factuur maakte melding van het KvK-nummer van [geïntimeerde] . Naar het oordeel van het hof blijkt hiermee onmiskenbaar dat het uurtarief van € 20,- betrekking had op de situatie dat [geïntimeerde] via of ten behoeve van haar eenmanszaak als opdrachtnemer werkzaamheden verrichtte, en niet dat dit uurtarief ook betrekking had op de situatie dat de tussen partijen gesloten overeenkomst een arbeidsovereenkomst zou blijken te zijn.
5.6.2Dat het uurtarief van € 20,- betrekking had op een opdrachtovereenkomst, en niet op een arbeidsovereenkomst, blijkt ook uit de feiten en omstandigheden zoals zij deze zich in deze zaak voorafgaand aan 1 april 2018 hebben voorgedaan. Partijen hebben aanvankelijk, vanaf 2015, op basis van een opdrachtovereenkomst met elkaar gecontracteerd, waarbij een uurtarief van € 15,- exclusief btw gold. Op voorstel van [X] is deze opdrachtovereenkomst met ingang van 1 mei 2016 omgezet in een arbeidsovereenkomst, waarbij een bruto salaris gold van € 15,- per uur, inclusief de vergoeding voor op te nemen vakantiedagen en inclusief vakantiebijslag (door partijen ook vakantiegeld genoemd). Zoals door [X] onweersproken is gesteld en zoals ook blijkt uit de loonstrook over de maand mei 2016 hield dit in dat zonder 8% vakantiebijslag en zonder een vergoeding van 10,64% voor loon over vakantiedagen, het uurloon € 12,55 bruto bedroeg. Dit uurloon is per 24 februari 2017 verhoogd naar € 13,08 bruto, in verband met te betalen pensioenpremie. Partijen waren, aldus handelend, gewoon om de voor de opdrachtgever ( [X] ) te betalen kosten (van € 15,- per uur) terug te rekenen naar een lager tarief per uur, toen het contract werd omgezet naar een arbeidsovereenkomst.
5.6.3Dat partijen ervan uit gingen dat het uurtarief behorend bij een opdrachtovereenkomst anders (en wel: hoger) zou moeten zijn dan behorend bij een arbeidsovereenkomst, blijkt ook uit de gang van zaken rondom 1 april 2018. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd liep af per 1 april 2018, nadat [X] bij brief van 19 februari 2018 aan [geïntimeerde] te kennen gaf de arbeidsovereenkomst na 1 april 2018 niet te willen verlengen. Partijen verschillen erover van mening wie het initiatief heeft genomen waardoor [geïntimeerde] vervolgens zonder nieuwe schriftelijke overeenkomst haar werkzaamheden op factuurbasis heeft voortgezet. [X] stelt dat [geïntimeerde] de wens te kennen gaf niet op basis van een arbeidsovereenkomst (of uitzendovereenkomst) te willen blijven werken, maar op basis van een opdrachtovereenkomst. [geïntimeerde] geeft daarentegen aan dat zij wel voortzetting van de tot 1 april 2018 geldende arbeidsovereenkomst met [X] had gewild (en wel tegen een salaris van € 17,50 bruto per uur), maar dat [X] dat niet wilde (maar alleen een uitzendconstructie voorstelde). Hoe dan ook: [geïntimeerde] ging vanaf 1 april 2018 factureren voor € 20,- ex btw per uur, daar waar zij direct voorafgaand aan 1 april 2018 als werknemer € 13,08 bruto per uur verdiende. Het uurloon op factuurbasis was dus beduidend hoger dan dat als werknemer. Kennelijk was in dat hogere factuurloon, de ‘waarde’ van de arbeidsovereenkomst (zoals de vakantiebijslag, de doorbetaalde vakantiedagen, de doorbetaling bij ziekte en de ontslagbescherming en -vergoedingen), enigszins verdisconteerd.
5.6.4Nu de vanaf 1 april 2018 tussen partijen geldende arbeidsrelatie een arbeidsovereenkomst blijkt te zijn, is dit een arbeidsovereenkomst waarvan de hoogte van het loon niet is overeengekomen. Op grond van artikel 7:618 BW geldt dan een gebruikelijk, en bij gebreke daarvan, een billijk loon.
Gebruikelijk loon/loon naar billijkheid