ECLI:NL:GHAMS:2025:2464

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
23-001597-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de zaak van diefstal in vereniging door middel van braak

Op 3 september 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 9 juni 2022. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging door middel van braak, gepleegd op of omstreeks 22 oktober 2021 te Alkmaar. De verdachte, geboren in 1977, heeft zich samen met anderen toegang verschaft tot de plaats van het misdrijf door middel van braak. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, waarvan twee jaren voorwaardelijk, met een proeftijd. Tevens is bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf, voor zover deze tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-312045-21
parketnummer hoger beroep : 23-001597-22
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 3 september 2025 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 juni 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] ([geboorteland])
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Gepleegd
op of omstreeks 22 oktober 2021 te Alkmaar.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gewezen door mr. M.L.M. van der Voet, in bijzijn van mr. L.M. Steur, griffier.
mr. M.L.M. van der Voet