Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- in het principaal hoger beroep: dat het hof het bestreden vonnis gedeeltelijk zal vernietigen en – uitvoerbaar bij voorraad – alsnog de vordering van FSB tot vergoeding van de gederfde winst van € 85.438,- zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en rente;
- in het incidenteel hoger beroep: [geïntimeerde] niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het bestreden vonnis te bekrachtigen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het incidenteel hoger beroep.
3.Feiten
spraakbericht[Hof: [geïntimeerde] zegt dat hij iemand heeft geregeld voor de eerste dienst
spraakbericht[Hof: [geïntimeerde] zegt dat hij eerder een dienst heeft gedraaid bij FSB ]
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
FSB heeft verder erkend dat ook de coronapandemie een rol heeft gespeeld bij het teruglopen van de omzet in 2020 en 2021, maar daarbij onweersproken gesteld dat de opdrachten van andere opdrachtgevers na de pandemie weer aantrokken, terwijl die van Securitas uitbleven. [geïntimeerde] heeft het causaal verband naar het oordeel van het hof daarmee onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat is komen vast te staan dat voldoende causaal verband bestaat tussen het incident en door FSB gederfde winst als gevolg van het wegvallen van opdrachten van Securitas. Grief I slaagt dus.
6.Beslissing
28 oktober 2025een akte te nemen met het hiervoor in 5.14 en 5.17 omschreven doelen;
vier weken daarnaeen antwoordakte te nemen;