ECLI:NL:GHAMS:2025:2497
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden en negatieve vermogenspositie in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden tussen een man en een vrouw na hun echtscheiding. De man, appellant in hoger beroep, stelde dat zijn vermogen op de peildatum van 19 december 2019 negatief was, en dat er derhalve geen verrekening op grond van de huwelijkse voorwaarden diende plaats te vinden. De vrouw, geïntimeerde in hoger beroep, betwistte dit en handhaafde haar standpunt dat het vermogen op de peildatum € 150.000,- bedroeg. Het hof heeft de door de man overgelegde bankafschriften en verklaringen beoordeeld en geconcludeerd dat de man voldoende heeft aangetoond dat zijn vermogen negatief was. Het hof vernietigde de eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam, waarin de man was veroordeeld om een bedrag van € 75.000,- aan de vrouw te betalen ter zake de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. Het hof bepaalde dat de verrekening tussen partijen achterwege blijft, nu het vermogen van de man negatief was. Tevens wees het hof alle overige verzoeken van de man af en compenseerde de proceskosten van het hoger beroep.