Tijdens een van de civiele procedures over de pesterijen hebben [naam 2] en [naam 1] een schriftelijke verklaring van [geïntimeerde ] van 3 mei 2021, per e-mail verzonden aan [naam 2] , in het geding gebracht. In die verklaring is het volgende vermeld:
“
Je vroeg mij zojuist of ik iets wilde verklaren over mijn relatie met [appellant 1] en [naam 3] . Hieronder lees je mijn relaas over de tijd die ik er heb gewoond. Ik vind het bewonderenswaardig hoe goed jullie hier mee omgaan en kan mij ook voorstellen dat je hoopt dat het eens een keer afgelopen moet zijn.
(…)
Ik smulde van de verhalen die mijn grootmoeder vertelde over mijn opa [naam 4] die plots de kriebels kreeg en een woonboot had gekocht en daarop samen met haar ging wonen in [plaats A] .
De plannen om dit decennia later zelf te realiseren waren voor mij een proces met uiteindelijk, een droom die uitkwam, de aanschaf van een woonboot aan de [A-straat] .
Ik kocht hem van [appellant 1] .
Wat ik er bij de aankoop van begreep is dat [appellant 1] er zelf met zijn gezin op had gewoond, toen de boot ernaast kon kopen. Daarop is het gezin gaan wonen en het buitenste schip, wat ik kocht, is een aantal jaren door [appellant 1] geëxploiteerd via Airbnb. Beide schepen liggen dus naast elkaar, dubbeldik.
De koop verliep prima, mede door de verkopend makelaar [naam 5] van makelaar [X] , die door [appellant 1] was ingeschakeld. Omdat [appellant 1] `klaar was’ met zijn eigen airbnb gasten die over zijn schip liepen werd er een clausule opgenomen in het aankoopcontract dat ik niet professioneel short stay verhuur mocht doen. Maar stel nu dat ik op vakantie ben, zo werd gezegd, dan kon dat natuurlijk wel. De strekking van die clausule was dan ook als je er zelf niet bent vanwege vakantie, kan je het gewoon verhuren, zonder restricties van minimum of maximum aantal dagen. Ik kreeg de indruk dat hij bang was dat ik het schip zou kopen om het daarna te `ver-airbnb-en’. Omdat dit niet het geval was heb ik dit artikel met deze strekking ook geaccepteerd. Verder werden afspraken gemaakt over samen naar de werf gaan, beide boten moesten namelijk gekeurd worden.
Mijn boot was flink uitgeleefd en daar was de prijs ook naar. Ik moest, en dat vond ik ook een leuke uitdaging, rigoureus renoveren.
We zijn dubbeldik naar de werf gesleept en zijn daar gekeurd en hebben beide de nodige zaken aangepast aan onze schepen. Bij terugkomst begon bij de start van mijn renovatie.
Ik kreeg van [appellant 1] `hek instructies’, waar je doorheen moest om op het eerste schip te komen, goed dicht te houden. Die instructies waren mij duidelijk.
Toch kreeg ik op dag 1 van [appellant 1] een opmerking dat zijn vrouw ( [naam 3] ) had gezien dat wij het hek niet goed dichtdeden.
Dag 2 gebeurde hetzelfde
Dag 3 kreeg ik het verwijt dat we iets hadden geleend en niet teruggebracht
Dag 4 weer iets met het hek
Dag 5 hadden we een tuinslang gestolen
Enz.
De mensen die bij mij aan het klussen waren had ik meerdere keren en heel duidelijk gemaakt dat het hek dicht moest. Ook al loop je heen en weer op spullen te halen.
En zo geschiede. Ook vrienden die kwamen stond ik op te wachten op inderdaad het hek goed dicht ging. Toch bleven de verwijten komen. En omdat ik aan mijzelf begon te twijfelen ben ik dicht nog nauwkeurig als de instructies gaan bekijken. Ik heb zelfs gezien dat [naam 3] het hek open liet staan en dat [appellant 1] dan als vertegenwoordiger van zijn vrouw naar mij toekwam dat het toch nu echt eens afgelopen moest zijn.
Ik heb bloemetjes gekocht en gegeven als excuus. Ik heb gesprekken gevoerd met [appellant 1] , [naam 3] wilde die niet, ik heb binnen mijn machte alles gedaan om als buren gewoon normaal met elkaar om te gaan.
Vrienden die langskwamen raakte soms met [naam 3] aan de stok.
Iedere keer dat ik thuiskwam of het schip verliet voelde ik mij onaangenaam.
[appellant 1] vertelde mij, er is niets aan de hand maar je moet mij vrouw te vriend houden.
Er ging geen dag voorbij of er was wel iets wat ik niet goed deed.
Mijn droom werd regelrechte een nachtmerrie!
Toen na een paar maanden de verbouwing voorbij was, kon ik niet meer op mijn boot zijn zonder mij opgejaagd en niet thuis te voelen. Soms kwam [naam 3] als een blaffende hond uit haar schip als ik voorbij liep.
Op een mooie dag stond [naam 3] mijn nieuw geschilderde boot onder te spuiten met modder van haar schip.
Mijn leven op de woonboot naast [appellant 1] en [naam 3] was een regelrechte ramp die bestond uit conflicten die ik probeerde te sussen en du moment dat het een beetje rustig was laaide er weer een nieuw conflict op.
De machtsbalans tussen ons als buren was compleet verdwenen door mijn nederigheid als nieuwe buurman om overal rekening mee te houden. Ik werd er overspannen van, voelde mij ongezond in mijn eigen woonboot, liep op mijn tenen. De onmacht die ik voelde om gewoon normaal met elkaar zoals zovele booteigenaren dat doen en ook behoren te doen, was enorm.
Dit getreiter, dit gepest, was dan ook de reden dat ik het schip te koop heb aangeboden. Ik heb er twee maanden na verbouwing op gewoond. Na de verkoop heb ik nog jaren last gehad van de slopende en emotioneel uitputtende tijd die inmiddels achter mij lag. Heel lang heb ik de [A-straat] gemeden.
Pas nu, 5 jaar na dato, kan ik helder zien wat mij is overkomen.
[appellant 1] en [naam 3] krijgen brandstof door het hebben van conflicten met elkaar maar vooral met anderen, zoals je buren!”