Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Beoordeling
Centre of Main Interests’), hierna ook wel COMI genoemd, van de schuldenaar in een EU-lidstaat (met uitzondering van Denemarken) ligt. Het hof stelt vast dat [geïntimeerde] staat ingeschreven in Nederland en dat een belangrijk deel van zijn vermogen bestaat uit onroerende zaken die in Nederland zijn gelegen. Tevens is door [geïntimeerde] een geldlening met hypothecaire zekerheid afgesloten bij een Nederlandse bank en houdt hij een rekening aan bij een of meerdere Nederlandse banken. Deze situatie leidt op grond van artikel 3 van de Insolventieverordening tot het rechtsvermoeden dat zijn COMI zich in Nederland bevindt. [geïntimeerde] heeft hiertegenover slechts gesteld dat hij inkomsten ontvangt voor werkzaamheden die hij voor voetbalclub Paris Saint-Germain in Parijs verricht. Die omstandigheid is onvoldoende om het hiervoor bedoelde rechtsvermoeden te weerleggen.
€ 2.428,-(tarief II, 2 punten x € 1.214,-)