ECLI:NL:GHAMS:2025:2585

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
23-002407-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de kantonrechter inzake verkeersdelict met overschrijding van de maximumsnelheid

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 8 oktober 2024 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, werd beschuldigd van het overschrijden van de maximumsnelheid op de N246 te Wormerveer op 9 december 2023. De tenlastelegging betrof het rijden met een snelheid van 149 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid 100 kilometer per uur was. Het hof heeft het hoger beroep van het openbaar ministerie behandeld, waarbij de advocaat-generaal een geldboete van € 740,00 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor drie maanden heeft gevorderd. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar het hof oordeelde dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de overtreding had begaan. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot de gevorderde straffen. Tevens is de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid gelast, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. Het hof heeft de ernst van de overtreding en de verkeersveiligheid in overweging genomen bij het bepalen van de straffen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002407-24
datum uitspraak: 26 september 2025
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie Zaandam) van 8 oktober 2024 in de strafzaak onder parketnummers 96-342335-23 en 96-278322-21 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 september 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 9 december 2023, te Wormerveer, gemeente Zaanstad, als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N246, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven - heeft gereden met een snelheid van ongeveer 149 kilometer per uur, in elk geval de aldaar toegestane maximumsnelheid met meer dan 40 kilometer per uur heeft overschreden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het mondeling vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het niet is aangetekend in een proces-verbaal.

Bewijsoverweging

De raadsman heeft vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. Hij voert hiertoe aan dat zijn cliënt ontkent te hebben gereden en dat het aanvullend proces-verbaal van 26 oktober 2024 ‘contrasteert’ met het socialmediabericht dat de politie op 10 december 2023 heeft geplaatst. Er is daardoor twijfel aan de inhoud van de processen-verbaal van de politie, zodat er geen wettig en overtuigend bewijs voor het tenlastegelegde is.
Het hof overweegt dat uit het op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van 29 december 2023 al naar voren komt dat de verbalisanten de verdachte als bestuurder hebben aangemerkt. In het Instagrambericht van 10 december 2023 en in het aanvullend proces-verbaal van 26 oktober 2024 zijn verdere omstandigheden rond de controle en staandehouding van de verdachte gerelateerd. Anders dan de verdediging, acht het hof het proces-verbaal van 26 oktober 2024 niet tegenstrijdig aan deze stukken, maar juist een aanvulling op en verduidelijking van de in deze stukken opgenomen informatie. In het aanvullend proces-verbaal relateert de verbalisant dat een man met kortgeknipt haar achter het stuur zat. De man is gezien toen de verbalisanten het voertuig links inhaalden en er is daarom geen reden aan de waarneming van de verbalisanten te twijfelen. Ook hebben zij gerelateerd dat het voertuig even uit hun zicht is geweest, waardoor de verdachte kennelijk ongezien van plaats heeft kunnen wisselen met de vrouwelijke bijrijder.
Op grond van de inhoud van de processen-verbaal kan wettig en overtuigend worden bewezen dat het de verdachte was die de auto heeft bestuurd en te hard heeft gereden. Het hof ziet in hetgeen de raadsman heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de waarnemingen van de verbalisant en verwerpt het verweer.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 9 december 2023, te Wormerveer, gemeente Zaanstad, als bestuurder van een motorvoertuig (personenauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N246, geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, door in strijd met een bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 - op welk bord een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur was aangegeven – te rijden met een snelheid van 149 kilometer per uur.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van het bepaalde bij artikel 62, bord A - van bijlage I, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De kantonrechter is gelet op de vrijspraak niet tot een strafoplegging gekomen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 740,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis, alsmede een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 maanden.
De raadsman heeft ter terechtzitting verzocht om het bij een veroordeling te laten bij een geldboete en rekening te houden met het feit dat de verdachte zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto de maximumsnelheid van 100 kilometer per uur met maar liefst 49 kilometer per uur overschreden, waardoor hij de verkeersveiligheid ernstig in gevaar heeft gebracht.
Gelet op de Justitiële Documentatie van de verdachte – waaruit blijkt dat de verdachte meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen ter zake van overtredingen van de verkeerswetgeving – acht het hof, naast een voor een dergelijke overtreding gebruikelijke geldboete, een ontzegging van de rijbevoegdheid ook nu nog aangewezen.
Het hof acht, alles afwegende, een geldboete van € 740,00 en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 maanden passend en geboden. Hetgeen door de verdediging in het kader van de strafmaat ter terechtzitting in hoger beroep omtrent de persoonlijke situatie van de verdachte naar voren is gebracht, geeft het hof geen aanleiding te komen tot een andere strafoplegging.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 62 en 92 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kantonrechter Alkmaar van 6 februari 2023 opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van twee maanden, parketnummer 96-278322-21. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Gebleken is dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Voor de effectiviteit en de geloofwaardigheid van de regeling omtrent voorwaardelijke straffen en de daarbij behorende algemene (en bijzondere) voorwaarden, is essentieel dat overtreding van deze voorwaarden niet vrijblijvend is en dat daaraan gevolgen worden verbonden. Dat dient ook in deze zaak te gebeuren. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 740,00 (zevenhonderdveertig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kantonrechter Alkmaar van 6 februari 2023, parketnummer 96-278322-21, voorwaardelijk opgelegde straf, te weten van: ontzegging van de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. K.J. Veenstra, mr. D.A.C. Koster en mr. A.M.A. Keulen, in tegenwoordigheid van mr. D. Emmanouilidis, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 september 2025.
mr. A.M.A. Keulen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.