Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Aanpassing en aanvulling van de bewijsoverwegingen
- het aantreffen van een briefje met het adres [adres 2] in een voertuig dat bij de verdachte in gebruik is, niet met zich brengt dat het briefje afkomstig is van de verdachte, nog daargelaten dat het adres op het briefje niet hoeft te wijzen naar de loods waar de cocaïne is aangetroffen, temeer omdat in Nederland meer vergelijkbare adressen bestaan;
- de verdachte niet in de bij hem in gebruik zijnde SsangYong met kenteken [kenteken 1] heeft gezeten, welk voertuig in de vroege ochtend van 3 februari 2019 in het havengebied is gesignaleerd;
- het ontbreken van registraties van de reguliere telefoon van de verdachte in de vroege ochtend van 3 februari 2019 niet opvallend is, nu de verdachte in de gehele periode van 1 tot en met 3 februari 2019 maar vier telefoongesprekken heeft gevoerd en dus kennelijk niet zoveel telefoneert;
- ook indien er van zou moeten worden uitgegaan dat de verdachte in de vroege ochtend van 3 februari 2019 in bedoeld voertuig in het havengebied heeft rondgereden, daarmee nog geen sprake is geweest van opzet op de (verlengde) invoer en evenmin kan worden gesproken van een bijdrage van voldoende gewicht. Uit het dossier volgt niet dat de verdachte wetenschap had van de inhoud van het transport, noch van de herkomst daarvan uit Colombia; niet aannemelijk is dat de verdachte, die dan feitelijk de rol van chauffeur zou hebben vervuld, over al deze informatie heeft beschikt.
18 januari 2019zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] samen in het havengebied van [plaats 1] en bezoeken zij twee panden, die in de directe omgeving zijn gelegen van de loods aan de [adres 1] , waar de cocaïne op 3 februari 2019 is aangetroffen.
31 januari 2019zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de middag samen. Enige tijd later ontmoet [medeverdachte 2] [verdachte] . Die avond zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] weer samen in een eetgelegenheid. Eveneens op die dag wordt in een auto, die door [verdachte] wordt gebruikt, door de FIOD een briefje gevonden met daarop de tekst “ [adres 2] ”. De chauffeur van het transport, [naam] , is woonachtig op het adres [adres 1] . Rechts naast het woonhuis aan de [adres 1] bevindt zich een door een hek af te sluiten ruimte waar zich de loods bevindt waar de cocaïne is aangetroffen. Rechts van dit hek zit bedrijfspand [adres 4] . Tussen de percelen 10 en 18 zijn geen andere percelen gevestigd, zodat het hof ervan uitgaat, mede in het licht van de hierna te noemen bevindingen, in onderlinge samenhang beschouwd, dat het in voornoemde auto aangetroffen briefje betrekking heeft op de naast het pand nummer 18 gelegen loods.
1 februari 2019bevinden de telefoons van [medeverdachte 2] (- [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] ) en van [medeverdachte 1] (- [telefoonnummer 5] ) zich in de directe omgeving van [eetgelegenheid] in Amsterdam, evenals de auto van [medeverdachte 2] . Ook is in die periode het kenteken van de auto van [medeverdachte 1] geregistreerd bij cameraopstellingen in Amsterdam. Vervolgens, inmiddels is het 2 februari 2019, laten zowel de auto als de telefoons van [medeverdachte 2] en de telefoon van [medeverdachte 1] een verplaatsing zien naar [plaats 3] , in de omgeving van het [adres 3] , alwaar [verdachte] vaker verblijft.
2 februari 2019, tussen 19:45 uur en in elk geval 20:40 uur zijn de telefoons van [medeverdachte 2] (- [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] ) en [medeverdachte 1] (- [telefoonnummer 5] ) opnieuw in elkaars nabijheid, nu in Haarlem. Kort daarna, omstreeks 20:49 uur, verplaatsen de telefoons en de auto van [medeverdachte 2] zich in de richting van de [adres 5] . In deze straat is de winkel [bedrijf] gevestigd. In de onmiddellijke omgeving van deze winkel zijn drie telefoonnummers geactiveerd om 20:51 uur ( [telefoonnummer 1] , op 3 februari 2019 aangetroffen bij [naam] ), 20:54 uur ( [telefoonnummer 6] ) en 20:56 uur ( [telefoonnummer 7] ). Deze telefoonnummers zijn uitgegeven door Lebara en voor verkoop geleverd aan [bedrijf] . De bij deze nummers behorende simkaarten zijn alle drie geplaatst in een telefoon van het merk Nokia, model 105. Tussen 21:02 uur en 21:04 uur verlaat in elk geval de [telefoonnummer 3] van [medeverdachte 2] (de omgeving van) de [adres 5] weer. Op 2 februari 2019 om 21:02 uur, derhalve direct na activatie, hebben [telefoonnummer 6] en het telefoonnummer van [verdachte] (- [telefoonnummer 4] ) verbinding gemaakt.
3 februari 2019om 00:34 uur en zijn auto wordt geregistreerd door een cameraopstelling die voertuigen registreert die [plaats 3] verlaten.
Oplegging van straf
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 6 (zes) maanden.