ECLI:NL:GHAMS:2025:2701

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
23-002325-11
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake herkomst van inbeslaggenomen geldbedragen

Op 8 oktober 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam een tussenarrest gewezen in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1988, die in hoger beroep is gegaan tegen een vonnis van 16 augustus 2022. Tijdens de zitting op 24 september 2025 is het onderzoek in de strafzaak gehouden, maar het hof heeft geconstateerd dat het onderzoek niet volledig is geweest. Er is behoefte aan nader onderzoek naar de herkomst van inbeslaggenomen geldbedragen van respectievelijk € 3.100,00, € 5.000,00 en € 695,00. De verdachte heeft verklaard dat deze bedragen zijn verdiend of gespaard, maar het hof wil meer duidelijkheid over de herkomst van het in beslag genomen bedrag van € 8.795,00. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en schorsen, en zal de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen datum gelasten. De advocaat-generaal wordt verzocht om nader onderzoek te doen naar de herkomst van de geldbedragen, waarbij de door de raadsman overgelegde stukken betrokken moeten worden. De verdachte en zijn raadsman zullen worden opgeroepen voor de volgende zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002325-22
datum uitspraak: 8 oktober 2025
TEGENSPRAAK
Tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 16 augustus 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-065836-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 24 september 2025.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Op de terechtzitting in hoger beroep van 24 september 2025 is het onderzoek in deze strafzaak gehouden en gesloten.
Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, aangezien het hof het noodzakelijk acht dat nader onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke herkomst van de aangetroffen geldbedragen van respectievelijk € 3.100,00, € 5.000,00 (waar de verdachte naar eigen zeggen voor gewerkt heeft en belasting voor heeft betaald) en € 695,00 (waarover de verdachte heeft verklaard dat dit het geld van zijn zoon is, waar sinds zijn geboorte voor is gespaard), mede in verband met de ter zitting van 24 september 2025 door de raadsman overgelegde stukken, waaruit blijkt dat de verdachte in 2019 van zijn rekening een totaalbedrag van € 34.750,00 contant heeft opgenomen.
Het hof wenst meer duidelijkheid te verkrijgen omtrent de herkomst van het bij de verdachte inbeslaggenomen bedrag van € 8.795,00 en verzoekt de advocaat-generaal om daarnaar nader onderzoek te laten doen, bij dat onderzoek de door de raadsman ter terechtzitting overgelegde stukken te betrekken en de bevindingen daarvan in een proces-verbaal te relateren.
Het hof zal daartoe het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen datum gelasten.

Beslissing

Het hof:
Heropent het gesloten onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte en de raadsman van de verdachte tegen de nog nader te bepalen terechtzitting.
Stelt de stukken met het oog op vorenstaande in handen van de advocaat-generaal.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M. de Werd, mr. H.A. Stalenhoef en mr. T.J. Kelder, in tegenwoordigheid van
mr. M. Boelens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 oktober 2025.
Mr. M.F.J.M. de Werd en mr. T.J. Kelder zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]
[…]