Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
25 september 2025.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
BESLISSING
25 september 2025.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 oktober 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal verzocht om de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan de zitting heeft aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Hierdoor wordt aangenomen dat de verdachte haar bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken. Gezien het ontbreken van enig rechtens te respecteren belang voor nader onderzoek, heeft het hof besloten om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep.