Uitspraak
Onderzoek van de zaak
25 september 2025.
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 28 februari 2020 te [plaats] , een vuurwapen (inclusief patroonhouder en/of munitie) van categorie III, te weten een vuurwapen (voorzien van de tekst CRVENA ZASTAVA - Cal 7,65mm Mod70, kaliber 7.65mm)
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 28 februari 2020 te [plaats] , een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Crvena Zastava, type Cal 7,65mm Mod70, kaliber 7.65 (alsmede daarbij horende munitie, te weten 3, althans een of meerdere scherpe patronen voorzien van de bodemstempel S&B, 7,65Br, 78) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool heeft overgedragen.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
veel waarschijnlijkerdan de hypothese dat de kogel is afgevuurd uit een andere loop van een, kort gezegd, soortgelijk vuurwapen. [6]
het hof begrijpt: 2020) een wapen had besteld en dat zij dit wapen op 22 februari (
het hof begrijpt: 2020) had gekocht. [medeverdachte 1] , in gezelschap van [medeverdachte 2] , kreeg die dag het vuurwapen van de verdachte in diens (toenmalige) woning in [plaats] overhandigd. Nadat de verdachte een envelop met geld van [medeverdachte 1] had ontvangen, verliet hij zijn woning. Korte tijd later kwam de verdachte met een plastic tas terug. In deze plastic tas bevond zich het wapen. Volgens [medeverdachte 2] betaalde [medeverdachte 1] € 3.500,00 voor het pistool. [7] Op 11 januari 2021 werd de verdachte als getuige gehoord door de rechter-commissaris in de strafzaak tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De verdachte heeft toen verklaard dat [medeverdachte 2] hem vroeg om een vuurwapen en dat hij hem op een gegeven moment heeft geholpen. De verdachte heeft een afspraak gemaakt voor [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ‘met gasten’ waarbij hijzelf fungeerde als tussenpersoon. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren eerst bij zijn woning en zijn daarna naar voornoemde afspraak gegaan. Op de tweede afspraak met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] kwamen zij naar de woning van de verdachte om het wapen op te halen. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben aan de verdachte een envelop met geld gegeven en de verdachte heeft deze envelop naar de winkel gebracht. In de winkel heeft de verdachte de envelop afgegeven en is het geld geteld. In ruil voor de envelop ontving de verdachte een pakketje en hij heeft dat pakketje meegenomen naar zijn woning en dat aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gegeven. In de woning heeft de verdachte pas in de tas gekeken. In de tas zat een vuurwapen. Zij hebben gekeken of het was wat [medeverdachte 1] had besteld en hij zag een pistool. De verdachte dacht dat er 2 of 3 kogels in zaten. [8] Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat [medeverdachte 2] na de eerste afspraak tegen hem had gezegd dat hij een wapen had besteld. [9]
weet jij waarneer dat ding binnen is??? Gr. [persoon 2]”. Op 7 februari 2020 is een sms-bericht met het toestel van de verdachte verzonden naar het toestel in gebruik bij [medeverdachte 2] . Deze tekst betrof “
12.10u bp”. Op 21 februari 2020 stuurt [medeverdachte 2] het volgende WhatsApp-bericht naar de verdachte: “
Weet je al wat gr mark”. Twee minuten later reageert de verdachte met de tekst “
alles onder controle”. Daarna stuurt de verdachte een bericht wanneer zij elkaar zullen bellen.
Bewezenverklaring
hij op 22 februari 2020 te [plaats] , een vuurwapen (inclusief patroonhouder en munitie) van categorie III, te weten een vuurwapen voorzien van de tekst CRVENA ZASTAVA - Cal 7,65mm Mod70, kaliber 7.65mm
hij op 22 februari 2020 te [plaats] , een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, van het merk Crvena Zastava, type Cal 7,65mm Mod70, kaliber 7.65 alsmede daarbij horende munitie, te weten 3 scherpe patronen voorzien van de bodemstempel S&B, 7,65Br, 78 zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool heeft overgedragen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.