Uitspraak
13-264004-22 tegen:
Onderzoek ter terechtzitting
25 september 2025.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 september 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 25 oktober 2022. De verdachte, geboren in 2000 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was in hoger beroep gegaan, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis opgegeven. De advocaat-generaal heeft verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de griffier aanwezig was. De beslissing is openbaar uitgesproken op de zitting van 25 september 2025.