Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.SANJIA NETHERLANDS B.V.,
M2C B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
very high qualityaccountantskantoor is, maar dat zij de tarieven van JAN desalniettemin hoog vinden. Zij hebben JAN gevraagd dat in overweging te nemen. JAN heeft de offerte bij e-mail van 30 september 2019 aangepast.
Other activities
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
full servicedienstverlener. Juist daarom hebben Sanjia c.s. voor JAN gekozen. Sanjia c.s. waren zich niet ervan bewust dat de overeenkomst een “
basic package” betrof. JAN heeft hen daarop niet gewezen en heeft ook niet duidelijk gemaakt dat zij JAN een uitgebreidere opdracht konden verstrekken, zodat JAN haar precontractuele zorgplicht heeft geschonden. In het licht van de wijze waarop JAN zich heeft gepresenteerd bezien in samenhang met artikel 20 Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (hierna: VGBA) en artikel E.2 van de algemene voorwaarden moet de overeenkomst zo worden uitgelegd dat die tot meer verplichtte dan alleen de daarin opgesomde werkzaamheden. Dat geldt zeker in de bijzondere omstandigheden van de coronapandemie, aldus steeds Sanjia c.s.
Total annual fee Basic Package” en onderaan de overeenkomst staat als Annex “
Explanatory Note Basic Package” genoemd. JAN heeft in de overeenkomst vermeld dat deze de basis van de financiële verslaglegging en de belastingzaken van Sanjia c.s. regelt, en dat als Sanjia c.s. gebruik willen maken van meer of andere diensten, zij daarover met JAN contact kunnen opnemen. In Annex 2 (
Formal aspects)staat dit nogmaals vermeld (zie onder 3.4.). Hieruit volgt dat de aard en omvang van de opdracht beperkt was tot de in de bevestiging omschreven werkzaamheden, dat tussen partijen geen adviesrelatie bestond, dat het ging om een
basic packageen dat als Sanjia c.s. meer of andere diensten wilden dan in de overeenkomst bepaald, zij daarom konden vragen. Dit moet voor Sanjia c.s. ook voldoende duidelijk zijn geweest. Ook als JAN zich op haar website afficheerde als
full servicedienstverlener maakt dat niet dat de overeenkomst ruimer moet worden uitgelegd of dat in de overeenkomst daardoor impliciet een adviesopdracht besloten lag. Het feit dat JAN in staat is een breed scala aan diensten te verlenen en daarmee adverteert, maakt niet dat zij die diensten ook met iedere klant afspreekt of verplicht is die aan iedere klant te verlenen. Gelet op de overeenkomst mocht Sanjia c.s. dat ook niet zo begrijpen.
basic package” twee keer genoemd. Als het Sanjia c.s. niet duidelijk was wat daarmee werd bedoeld of als Sanjia c.s. ook afspraken wilden maken over andere (advies)diensten, had het als professionele partij op haar weg gelegen daarover vragen te stellen. Daaraan doet niet af dat [naam 1] de Nederlandse taal beperkt spreekt en veelvuldig in het buitenland verblijft. Zoals JAN bovendien onbetwist heeft aangevoerd, vond veel communicatie in het Engels plaats en was de Nederlandstalige partner van [naam 1] , die ook bij Sanjia c.s. werkzaam is, betrokken bij de gang van zaken rondom het sluiten van de overeenkomst. De gang van zaken voorafgaand aan de opdrachtbevestiging leidt niet tot het oordeel dat een precontractuele zorgplicht is geschonden (zie hierna) of dat de overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat daaronder ook adviesdiensten vielen of dat Sanjia c.s. dat redelijkerwijs mochten verwachten.
Sanjia c.s. zijn in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zullen daarom worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep. Het hof stelt deze kosten als volgt vast: