ECLI:NL:GHAMS:2025:2818
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de opheffing van bewind over de goederen van betrokkene
In deze zaak gaat het om de opheffing van het bewind over de goederen van betrokkene, die sinds 18 oktober 2018 onder bewind staan. Betrokkene heeft in hoger beroep het verzoek ingediend om het bewind op te heffen, nadat de kantonrechter in een eerdere beschikking op 31 januari 2025 dit verzoek had afgewezen. De bewindvoerder is het eens met de beslissing van de kantonrechter en heeft in de procedure naar voren gebracht dat betrokkene moeite heeft met budgetteren en dat er een reëel risico bestaat op het ontstaan van nieuwe schulden als het bewind wordt opgeheven. Betrokkene stelt echter dat zij inmiddels geen schulden meer heeft en openstaat voor hulp van een budgetcoach. Tijdens de zitting in hoger beroep op 27 augustus 2025 heeft het hof de argumenten van beide partijen gehoord. Het hof concludeert dat de noodzaak voor het bewind nog steeds bestaat, gezien de financiële situatie van betrokkene en haar huidige privésituatie, waarin meerdere kinderen bij haar wonen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en wijst het verzoek van betrokkene af.