ECLI:NL:GHAMS:2025:2962

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
RK 23-000781-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in verband met overlijden grootouder

Op 2 oktober 2025 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam met het verzoek om schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Dit verzoek is gedaan zodat verzoeker de begrafenis van zijn grootvader op 8 oktober 2025 in Amsterdam kan bijwonen. Verzoeker is eerder door de rechtbank Noord-Holland op 24 februari 2023 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaren, met aftrek van voorarrest, en is in hoger beroep gegaan. Tijdens de behandeling in raadkamer op 7 oktober 2025 zijn de advocaat-generaal, verzoeker en zijn waarnemend raadsman, mr. M. van Walsum, gehoord.

Het hof heeft kennisgenomen van de stukken in de strafzaak en het verzoek van verzoeker. Verzoeker heeft ook verlof gevraagd op basis van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (Rtvi) in verband met het overlijden van zijn grootouder. De Staatssecretaris Rechtsbescherming heeft op 6 oktober 2025 incidenteel verlof onder begeleiding toegestaan, maar het bijwonen van de uitvaart was uitgesloten. Verzoeker heeft aangegeven de uitvaart te willen bijwonen, maar het hof heeft overwogen dat er beroep openstaat tegen de beslissing van de Staatssecretaris. Gelet op artikel 80 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter op verzoek van de verdachte beslissen over schorsing van de voorlopige hechtenis, maar niet in gevallen waarin verlof kan worden verleend op basis van de Penitentiaire Beginselenwet. Daarom heeft het hof verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
parketnummer in hoger beroep: 23-000781-23
Beschikking op het verzoekschrift van
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
wonende te [adres]
thans verblijvende in [detentieadres] .

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 2 oktober 2025 bij het hof ingekomen.
Het hof heeft gezien het verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft bij de behandeling in raadkamer op 7 oktober 2025 gehoord de advocaat-generaal, verzoeker en de waarnemend raadsman van verzoeker, mr. M. van Walsum.

2. Inhoud van het verzoek

Verzocht wordt om schorsing van de voorlopige hechtenis ten behoeve van het bijwonen door verzoeker van de begrafenis van zijn grootvader op 8 oktober 2025 te Amsterdam.

3.Beoordeling van het verzoek

Verzoeker is bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 24 februari 2023 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van voorarrest. Verzoeker is van dit vonnis in hoger beroep gekomen en de zaak is thans bij het gerechtshof aanhangig. Verzoeker bevindt zich in voorlopige hechtenis in deze zaak.
In raadkamer is gebleken dat verzoeker tevens verlof heeft gevraagd ex artikel 21 lid 1 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (Rtvi) jo artikel 26 van de Penitentiaire Beginselenwet in verband met het overlijden van een grootouder. Blijkens de bij het hof ingekomen beslissing van de Staatssecretaris Rechtsbescherming van 6 oktober 2025 is verzoeker incidenteel verlof toegestaan onder begeleiding. Bij begeleiding is gelet op artikel 24 lid 3 Rtvi het bijwonen van de uitvaart uitgesloten, waarom verzoeker verlof is verleend voor een rouwbezoek.
Verzoeker heeft in raadkamer te kennen gegeven de uitvaart van zijn grootvader te willen bijwonen.
Het hof overweegt dat tegen voornoemde beslissing van de Staatssecretaris Rechtsbescherming beroep open staat bij de Raad voor strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
Gelet op artikel 80 Sv kan de rechter op verzoek van de verdachte beslissen op een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis, doch (lid 7 van voormeld artikel) niet in gevallen waarin verlof kan worden verleend op grond van het bepaalde bij of krachtens de Penitentiaire beginselenwet, zoals mogelijk is in het onderhavige geval.
Gelet op het voorgaande zal het hof verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn verzoek

4.Beslissing

Het hof :
Verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. N.A. Schimmel, M. Iedema en A.M.P. Geelhoed in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de oudste raadsheer en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 7 oktober 2025.