ECLI:NL:GHAMS:2025:2967

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
23-001359-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van auto en telefoon na afspraak bij aangeefster thuis

Op 3 oktober 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verdachte die op 7 juli 2023 in Purmerend een auto (Opel Corsa) en een iPhone heeft gestolen van de aangeefster, met wie hij een afspraak had gemaakt. De aangeefster had de verdachte opgehaald van een treinstation en samen zijn ze naar haar woning gegaan. De volgende ochtend ontdekte zij dat haar auto en telefoon waren verdwenen. De verdachte werd later die dag aangehouden in de auto van de aangeefster, waarbij hij ook de iPhone bij zich had. Tijdens de rechtszaak heeft de advocaat-generaal gesteld dat de diefstal bewezen kan worden, terwijl de raadsman van de verdachte pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte de telefoon had gekregen en de auto had geleend. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, gebaseerd op bewijsmateriaal, waaronder een video waarin de verdachte toegeeft de goederen te hebben gepakt. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren, waarvan een deel voorwaardelijk, en 75 dagen hechtenis.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001359-24
datum uitspraak: 3 oktober 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 juni 2024 in de strafzaak onder parketnummer
15-259110-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2005,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 september 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte en door het openbaar ministerie is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 7 juli 2023 te Purmerend een personenauto (Opel Corsa) en/of Iphone en/of ketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring, kwalificatie en strafoplegging komt dan de politierechter.

Standpunten van partijen

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde diefstal kan worden bewezen, doch enkel wat betreft de auto en de iPhone.
De raadsman heeft algehele vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat van diefstal geen sprake is, nu de verdachte de telefoon van aangeefster heeft gekregen en de auto van haar heeft geleend. Dat aangeefster aangifte heeft gedaan van diefstal kan worden verklaard doordat zij dronken was en zich heel veel niet herinnert, zodat zij makkelijk in de rol kan zijn geschoten dat haar iets is aangedaan, hetgeen als spijt kan worden opgevat. Dat de verdachte op de filmpjes op de iPhone zegt dat hij de auto heeft gepakt, moet niet te letterlijk worden opgevat, nu in België en Limburg met ‘pakken’ ‘meenemen’ wordt bedoeld. Uit het feit dat de verdachte beschikt over de code van de iPhone van aangeefster en zijn gegevens op die iPhone heeft kunnen uploaden, volgt dat dit met toestemming van aangeefster is gebeurd. Het is immers niet mogelijk de iPhone terug te zetten in de oorspronkelijke stand en je eigen gegevens op andermans iPhone te zetten zonder te beschikken over de Apple-ID van de eigenaar. Wat betreft de auto geldt dat deze niet zonder papierwerk en zonder toestemming van de eigenaar kan worden toegeëigend. Verder veronderstelt toe-eigenen een langere tijd en is het dumpen van de auto op Sloterdijk niet hetzelfde als de auto voor zichzelf houden. Het feit dat de verdachte de auto ‘s ochtends heeft meegenomen en om 22.00 uur daarin is aangehouden, is geen contra-indicatie voor de stelling dat de auto zou worden teruggebracht en vormt ook geen contra-indicatie voor joyriden.
Voor zover het hof van oordeel zou zijn dat een iPhone ook zonder password van de op die iPhone geïnstalleerde Apple-ID kan worden leeggehaald, heeft de raadsman het voorwaardelijke verzoek gedaan een deskundige te benoemen om antwoord te geven op de vraag hoe een iPhone zonder specifieke hackerkennis kan worden leeggehaald zonder te beschikken over het password van het op die iPhone geïnstalleerde Apple-ID.

Bewijsoverweging

Het hof overweegt als volgt.
Aangeefster [benadeelde partij] had op 7 juli 2023 een afspraak met een jongen die zij via een internetsite had leren kennen, te weten de verdachte. Zij heeft hem die nacht omstreeks 00.20 uur van een treinstation in haar woonplaats opgehaald en zij zijn samen naar haar woning in [adres 2] gegaan, alwaar zij wat gedronken hebben. De volgende ochtend (hof: nog steeds 7 juli 2023) is aangeefster omstreeks 10.30 uur wakker geworden en merkte zij dat (onder meer) haar auto, een Opel Corsa met kenteken [kenteken] , en haar mobiele telefoon, een iPhone 13 pro, weg waren. [1] Nadat zij aangifte van diefstal had gedaan, waarin zij verklaarde dat zij niemand het recht of de toestemming had gegeven deze goederen weg te nemen [2] , werd het kenteken van haar voertuig in het ANPR systeem van de politie gezet en werd de verdachte op 7 juli 2023 omstreeks 22.00 uur in de auto van aangeefster aangehouden. [3] De verdachte had op dat moment de iPhone 13 pro van aangeefster bij zich en de gegevens uit zijn eigen telefoon (een iPhone 11 pro) waren grotendeels, inclusief zijn toegangscode, op deze telefoon overgezet. [4] Op de iPhone 13 pro van aangeefster werd een video aangetroffen, die gemaakt is op 7 juli 2023 om 05.19 uur, en waarin de verdachte als bestuurder in een voertuig reed en zichzelf filmde. Hij liet de spullen zien welke naast hem op de passagiersstoel lagen, een zwarte tas en een zwarte jas, en zei lachend in de camera: “Eh ik heb gewoon d'r waggie gepakt, ik heb d'r jas gepakt, spullen, d'r phone, oplader, dusse... Ik ben hem gewoon gepeerd maat. Ik ben hem gewoon gepeerd, maatje! Maatje! Nou en dan ga ik hem nu ergens droppen. Ik rij naar Sloterdijk. Drop ik hem daar op het station, want dit is track and trace, snap je?”. [5]
Het hof acht op grond van de bewijsmiddelen, in het bijzonder voornoemde aangifte en de inhoud van voornoemd filmpje, het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, inhoudende dat hij de telefoon van aangeefster heeft gekregen en de auto van haar heeft geleend dan wel dat, wat betreft de auto, sprake is geweest van joyriden, onaannemelijk. Het filmpje, waarin de verdachte onomwonden aangeeft dat hij de goederen (waaronder de auto en de iPhone) van aangeefster heeft gepakt en
’m is gepeerd, past naadloos in de verklaring van aangeefster, dat zij niemand toestemming heeft gegeven tot het plegen van het feit. De verdachte heeft als heer en meester over de goederen beschikt en zich deze wederrechtelijk toegeëigend. Dat de verdachte op de hoogte is van het Apple-ID wachtwoord van de aangeefster wil niet zeggen dat zij toestemming heeft gegeven voor het wegnemen van de telefoon. De verdachte kan dit password bij aangeefster hebben afgekeken of aangeefster kan dit password hebben gegeven, maar daarmee bestaat geen toestemming tot het toe-eigenen van de telefoon. Het hof acht het horen van een deskundige op het door de raadsman benoemde punt dan ook niet noodzakelijk. Het voorwaardelijk verzoek daartoe wordt derhalve afgewezen.
Dat aangeefster dergelijke kostbare goederen aan een persoon zou meegeven, die zij pas een week kent, zoals de verdachte zelf aangeeft (proces-verbaal van bevindingen, p. 17 van 76), maakt het alternatieve scenario des te onaannemelijker.
Het hof acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van de personenauto en de iPhone van aangeefster. Van de diefstal van een ketting zal de verdachte worden vrijgesproken, nu het wettig en overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 7 juli 2023 te Purmerend een personenauto, Opel Corsa, en een iPhone, die aan [benadeelde partij] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de – middels verwijzing in de noten – in dit arrest opgenomen bewijsmiddelen zijn vervat.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor de in eerste aanleg bewezenverklaarde diefstal (van de iPhone) veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de tenlastegelegde diefstal van de personenauto en de iPhone zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft, na een afspraak bij aangeefster thuis, haar auto en haar telefoon gestolen. Aldus heeft hij een inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van aangeefster. Uit een e-mail van aangeefster van 29 mei 2024 blijkt hoeveel impact de diefstal op haar gehad heeft. Zij werd na de date wakker, merkte dat haar spullen weg waren en wist niet wat zij moest doen. Zij kon niemand bereiken en kon geen kant op zonder sleutels, auto en telefoon.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 september 2025 is hij niet eerder strafrechtelijk veroordeeld.
Het hof acht, alles afwegende, een deels voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Het onvoorwaardelijk deel van de taakstraf is groter en in zoverre zwaarder dan door de advocaat-generaal geëist, nu het hof dit gezien de ernst van het feit en in het bijzonder ook de hiervoor genoemde omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, passend acht.

Benadeelde partij [benadeelde partij]

De benadeelde partij [benadeelde partij] is in eerste aanleg niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. De vordering is in hoger beroep dan ook niet meer aan de orde.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
30 (dertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
15 (vijftien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. B.E. Dijkers, mr. A.P.M. van Rijn en mr. M. Senden en, in tegenwoordigheid van mr. S. Egidi, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 3 oktober 2025.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, van 9 augustus 2023 (p. 7 van 76).
2.Proces-verbaal van aangifte van 7 juli 2023 door aangever [benadeelde partij] , opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (p. 11 van 76).
3.Proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren van 8 juli 2023 (p. 17 van 76).
4.Proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2023, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (p. 22 van 76)
5.Proces-verbaal van bevindingen van 5 augustus 2023, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (p. 29 van 76).