Uitspraak
13-388887-24 tegen:
Onderzoek van de zaak
20 oktober 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
Kenmerk: Z/24/2819567-5513240.
De burgemeester van Amsterdam besluit om aan u, [verdachte] , geboren op
[geboortedag] 1990, een verblijfsverbod op te leggen op grond van artikel 2.9, tweede lid, onder b van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Het verblijfsverbod geldt voor de duur van drie maanden voor het overlastgebied Centrum. Het verblijfsverbod houdt in dat u zich vanaf
21 september 2024, 00.01 uur tot en met 20 december 2024, 23.59 uur niet in dit gebied mag begeven en/of ophouden.
Een kaart met de grenzen van het overlastgebied is bij dit besluit gevoegd.
Er is geen grond gelet op hetgeen uit een Raadpleging Basisregistratie Personen op 30 augustus 2024 en hetgeen [verdachte] tijdens het politieverhoor heeft verklaard, om aan hem een corridor te verlenen.
Op 20 september 2024 heb ik, verbalisant, aan de betrokkene/verdachte [verdachte] , geboren
[geboortedag] 1990, het verwijderingsbevel van de burgemeester van Amsterdam d.d. 16 september 2024, kenmerk Z-24 2819567-5513240, uitgereikt. Het verwijderingsbevel houdt in dat betrokkene/verdachte zich voor de duur van drie maanden niet mag ophouden in overlastgebied 1 Centrum en ondergrondse metrostations. Ik heb betrokkene/verdachte tevens een plattegrond met de omschrijving van het overlastgebied 1 Centrum en ondergrondse metrostations uitgereikt.
De betrokkene/verdachte sprak [persoon 2] en gaf mij aan in het [persoon 2] de strekking van het bevel door te nemen. De strekking van het bevel is daarop met behulp van een tolk (10148) doorgenomen. Ik zag dat de betrokkene/verdachte het verwijderingsbevel aannam. Ik heb betrokkene/verdachte gevraagd of hij het vorenstaande had begrepen. Daarop antwoordde betrokkene/verdachte: Oke.
Op 7 december 2024 omstreeks 21.13 hielden wij, verbalisanten, in de IJ-passage in het Centraal Station te Amsterdam een man staande die later bleek te zijn [verdachte] , geboren op
[geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ). Wij zagen dat [verdachte] nog een 3 maanden verbod had staan voor het centrum van Amsterdam. Zijn 3 maanden verbod was reeds geldig en geldt van 20 september 2024 tot 21 december 2024. Hierop hebben wij [verdachte] aangehouden.
BESLISSING
mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
3 november 2025.