Het hof gaat uit van de volgende feiten, die tussen partijen vaststaan.
3.1.
In 2022 heeft de notaris opdracht gekregen om zorg te dragen voor de levering van het appartement. De levering stond aanvankelijk gepland op 28 februari 2022.
3.2.
Een medewerker van de notaris heeft op 25 februari 2022 een e-mailbericht van een bestuurslid van klaagster, [naam] (hierna: [naam] ), ontvangen. In dit bericht staat, voor zover relevant, het navolgende:
“(…)
3e Rekening tlv verkoper, groot 2195,--E dit ten behoeve herstel schade vensterbanken
4e Rekening tlv verkoper, groot 3490,-- E herstel rollaag erker 1 e etage die gevaarlijk door hangt, punt 3 en 4
beiden veroorzaakt door plaatsen nieuwe kozijnen in pand[hof: adres appartement]
, geplaatst in de 1 e drie weken van September 2021. De som groot 5685,--E te storten op Vve rek nr[hof: rekeningnummer VvE]
tnv VvE[hof: adres appartement] (…)”
3.3.
Op 1 maart 2022 heeft de verkoper van het appartement aan dezelfde medewerker van de notaris een e-mailbericht geschreven met, voor zover relevant, de navolgende inhoud:
“
Naar aanleiding van een claim van de VvE (zie onderstaande e-mail) is de overdracht uitgesteld. Ik betwist de claim ten zeerste en heb dat ook meegedeeld aan mevrouw Lalmahomed.
Gistermiddag heeft mevrouw Lalmahomed mij de optie gegeven om het bedrag ad. €5.685,00 in depot te houden in afwachting.
Ik verzoek u hierbij het bedrag ad. €5.685,00 in depot te houden en de overdracht deze week te laten plaatsvinden(…)”
3.4.
De levering van het appartement is vervolgens geagendeerd op 4 maart 2022. Ter gelegenheid van die levering heeft de notaris een depotovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst is op 3 maart 2022 in concept naar [naam] en de verkoper gestuurd. Op voorstel van [naam] heeft de notaris als depotbedrag toen opgenomen het bedrag ad € 8.500,- in plaats van het aanvankelijk door [naam] opgenomen schadebedrag van € 5.685,-.
3.5.
In de (aangepaste) depotovereenkomst is in artikel 3 de navolgende bepaling opgenomen:
“
Indien één jaar na heden geen gelijkluidende opdracht is verstrekt en evenmin een gerechtelijke procedure is aangespannen, keert de notaris het depotbedrag, na aftrek van de rente zoals hierna vermeld, uit aan verkoper.”
3.6.
Op 4 maart 2022 is de verkoper op het kantoor van de notaris verschenen. Hij heeft toen de depotovereenkomst ondertekend met daarin opgenomen het gewijzigde depotbedrag.
3.7.
Op 4 maart 2022 heeft [naam] om 11.46 uur een e-mailbericht naar de medewerker van de notaris gestuurd waarin het volgende staat, voor zover relevant:
“
Ad 3- is onwerkbaar en daarom voor mij acceptabel: als[hof: naam verkoper]
zich NU niet veel en ’t komend jr zich niet veel anders opstelt dan hij het afgelopen half jaar heeft gedaan dan zal het bedrag wat in depot komt aan verkoper[hof: naam verkoper]
worden uitgekeerd door de notaris, na ommekomst van een jaar na transport. Ik pas die onzekere uitkomst. (…)”
3.8.
Om 14.02 uur die dag stuurt [naam] vervolgens een e-mailbericht naar de medewerker van de notaris waarin staat: “
Nav uw tel zojuist verklaar ik dat ik accoord ga met het depot bedrag van 8.500,- E”
3.9.
Om 14.42 uur die dag heeft [naam] ten slotte een e-mailbericht naar de notaris gestuurd waarin het volgende staat, voor zover relevant:
“
Ik heb de depotverklaring doorgelezen en ben het er mee eens op 1 punt na, nl
Ad-3 dat de VvE derhalve van mening is dat de nu als verkoper optredende hr.[hof: naam verkoper]
(destijds 31-08-202, koper èn eigenaar geworden is) en daardoor verantwoordelijk is geworden. Deze aanpassing graag verwerken.”
3.10.
Tussen de ontvangst van het onder 3.8. en 3.9 genoemde e-mailbericht heeft de notaris de leveringsakte gepasseerd.