Op 18 november 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, waarbij de verdachte was vrijgesproken van een aantal feiten. De zaak betreft openlijke geweldpleging en vernieling tijdens een demonstratie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) tegen het geweld in Gaza. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het vernielen van twee beeldschermen en zich verzet tegen zijn arrestatie. Het hof oordeelde dat de herkenning van de verdachte door de politie betrouwbaar was en dat de verdachte zich niet had gehouden aan de grenzen van het recht om te demonstreren. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep voor zover dat betrekking had op de vrijspraak van de politierechter, maar bevestigde de verdenking van het Openbaar Ministerie. De opgelegde straf door de politierechter werd vernietigd en het hof legde een gevangenisstraf van drie maanden op, waarbij het hof de ernst van de feiten en het gedrag van de verdachte in aanmerking nam. Het hof benadrukte dat het recht om te demonstreren moet worden beschermd, maar dat vernieling daarbuiten valt.