ECLI:NL:GHAMS:2025:3150
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en draagkracht van ouders
In deze zaak gaat het om de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor hun twee kinderen. De rechtbank Amsterdam had eerder bepaald dat de man vanaf 11 september 2024 € 84,- per kind per maand moest betalen. Zowel de man als de vrouw zijn het niet eens met deze beslissing. De vrouw verzoekt om een verhoging naar € 300,- per kind per maand, terwijl de man verzoekt om een verlaging naar € 74,- per kind per maand. De vrouw is op 6 februari 2025 in hoger beroep gekomen, en de man heeft op 15 april 2025 een verweerschrift ingediend, waarin hij ook incidenteel hoger beroep aantekent. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2025 zijn beide partijen verschenen met hun advocaten.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en de door partijen aangevoerde grieven gezamenlijk besproken. Het hof heeft vastgesteld dat de behoefte van de kinderen in 2022 € 1.385,- per maand bedroeg, en dat dit bedrag geïndexeerd per 1 januari 2024 € 1.521,- per maand was. De vrouw heeft in hoger beroep een hogere behoefte van € 1.779,- per maand voorgesteld, maar het hof volgt deze berekening niet. Het hof heeft de draagkracht van zowel de vrouw als de man beoordeeld, waarbij rekening is gehouden met hun inkomens, schulden en woonlasten.
Uiteindelijk heeft het hof de kinderalimentatie vastgesteld op € 213,- per kind per maand met ingang van 11 september 2024, en dit bedrag is geïndexeerd naar € 227,- per kind per maand per 1 januari 2025 en naar € 376,- per kind per maand per 1 juni 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hof heeft het in hoger beroep meer of anders verzochte afgewezen.