ECLI:NL:GHAMS:2025:3194

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
1 december 2025
Zaaknummer
23-000172-25
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak

Op 23 oktober 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, gedateerd 23 januari 2025. De zaak betreft een strafzaak met parketnummer 13-222143-24, waarin de verdachte, geboren in 2001 en thans gedetineerd, hoger beroep had ingesteld. Tijdens de zitting op 23 oktober 2025 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep.

De verdachte heeft op 5 september 2025 een akte ingediend waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000172-25
datum uitspraak: 23 oktober 2025
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2025 in de strafzaak onder parketnummer 13-222143-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
thans gedetineerd in [detentieadres] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 oktober 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van het door de verdachte ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van het door de verdachte ingestelde hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 5 september 2025 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Daarom zal het door de verdachte ingestelde hoger beroep, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. R.M. Steinhaus en mr. H.A. van Eijk, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 oktober 2025.