ECLI:NL:GHAMS:2025:3200

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
1 december 2025
Zaaknummer
23-001953-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vervoeren van verdovende middelen en wapenbezit

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 2004, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het vervoeren van verdovende middelen en het voorhanden hebben van munitie. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk vervoeren van verschillende hoeveelheden cocaïne, metamfetamine en MDMA, evenals het voorhanden hebben van munitie van categorie III. Tijdens de zitting op 23 oktober 2025 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 11 augustus 2024 in Amsterdam deze feiten heeft gepleegd. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van een maand en een taakstraf van 120 uren. In hoger beroep heeft het hof de straffen herzien en bepaald dat de verdachte een gevangenisstraf van een maand met aftrek van voorarrest en een taakstraf van 90 uren moet ondergaan. Het hof heeft ook de verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag en de onttrekking aan het verkeer van de verdovende middelen en munitie bevolen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waarbij het hof heeft geconstateerd dat de verdachte een first offender is en inmiddels fulltime werkt. De uitspraak is gedaan in het kader van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001953-24
datum uitspraak: 6 november 2025
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 augustus 2024 in de strafzaak onder parketnummer 13-258342-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2004,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 oktober 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de politierechter toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 augustus 2024 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- ongeveer 10 witte ponypacks (goednummer: 6539120), zijnde 0,78 gram en/of 6,88 gram cocaïne en/of
- ongeveer 10 zakjes wit poeder (goednummer: 6539129), waarvan 1,50 gram metamfetamine en/of
- ongeveer 19 zakjes bruin kristal poeder (goednummer: 6529137), zijnde 7,99 gram MDMA en/of
- meerdere zakjes kristal poeder (goednummer: 6539084) zijnde 0,80 gram metamfetamine en/of 76,3 gram MDMA,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of metamfetamine en/of MDMA zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 11 augustus 2024 te Amsterdam, althans in Nederland, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- ongeveer 20 patronen (merk: Sellier & Bellot) van het kaliber 7,62 x 25mm Tokarev (goednummer: 6539089) en/of
- een patroonmagazijn (merk: Crvena Zastava) van het kaliber 7,62 x 25mm Tokarev (goednummer: 6539085),
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 11 augustus 2024 te Amsterdam, althans in Nederland, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, van cocaïne en/of metamfetamine en/of MDMA en/of amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voor te bereiden en/of te bevorderen met de navolgende voorwerpen:
- ongeveer 3 ponypacks (goednummer: 6539114) en/of
- ongeveer 1 ponypacks zilver/blauw (goednummer: 6539122) en/of
- ongeveer 8 gouden ponypacks (goednummer: 6539107) en/of
- ongeveer 10 witte ponypacks (goednummer: 6539120) en/of
- ongeveer 3 gripzakjes met roze pillen (goednummer: 6539124) en/of
- ongeveer 10 zakjes wit poeder (goednummer: 6539129) en/of
- ongeveer 19 zakjes bruin kristal poeder (goednummer: 6529137) en/of
- meerdere gouden ponypacks (goednummer: 6539086) en/of
- meerdere zakjes kristal poeder (goednummer: 6539091) en/of
- meerdere witte pony packs (goednummer: 6539092) en/of
- meerdere Rolex ponypacks (goednummer: 6539095) en/of
- meerdere zakjes kristal poeder (goednummer: 6539084) en/of
- een bromfiets (goednummer: 6474924) en/of
- een geldbedrag van 2040,00 euro (goednummer: 6539083),
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 11 augustus 2024 te Amsterdam opzettelijk heeft vervoerd
- 10 witte ponypacks (goednummer: 6539120), inhoudende 0,78 gram en 6,88 gram cocaïne en
- 10 zakjes wit poeder (goednummer: 6539129), waarvan 1,50 gram metamfetamine en
- zakjes bruin kristal poeder (goednummer: 65
39137), zijnde 7,99 gram MDMA en
- meerdere zakjes kristal poeder (goednummer: 6539084) zijnde 0,80 gram metamfetamine en 76,3 gram MDMA;
2.
hij op 11 augustus 2024 te Amsterdam munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 20 patronen (merk: Sellier & Bellot) van het kaliber 7,62 x 25mm Tokarev (goednummer: 6539089) en een patroonmagazijn (merk: Crvena Zastava) van het kaliber 7,62 x 25mm Tokarev (goednummer: 6539085), voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 11 augustus 2024 te Amsterdam om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren, van cocaïne en metamfetamine en MDMA, voor te bereiden en te bevorderen met de navolgende voorwerpen:
- 10 witte ponypacks (goednummer: 6539120) en
- zakjes bruin kristal poeder (goednummer: 65
39137) en
- meerdere zakjes kristal poeder (goednummer: 6539084) en
- een bromfiets (goednummer: 6474924) en
- een geldbedrag van 2040,00 euro (goednummer: 6539083),
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit.
Hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 120 uren, te vervangen door 60 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 90 uren, te vervangen door 45 dagen hechtenis.
De raadsvrouw heeft verzocht aan te sluiten bij de door de politierechter opgelegde straf, maar de taakstraf van 120 uren in geheel voorwaardelijke vorm op te leggen, dan wel een groot deel daarvan in voorwaardelijke vorm op te leggen. Na de detentie in de onderhavige zaak is het leven van de verdachte in positieve zin veranderd. Hij werkt fulltime. Oplegging van een onvoorwaardelijke taakstraf doorkruist dit op onevenredige wijze.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoeren van harddrugs, het voorbereiden van drugshandel en het voorhanden hebben van patronen en een patroonmagazijn. Dit zijn ernstige feiten die het beeld geven van de handel in verdovende middelen. De verdachte heeft daarmee bijgedragen aan het in stand houden van de illegale markt voor drugs. Bovendien zijn harddrugs schadelijk voor de volksgezondheid en leert de ervaring dat drugshandel andere vormen van criminaliteit met zich brengt. Dit blijkt ook uit het feit dat de verdachte niet alleen drugs, maar ook patronen en een patroonmagazijn, dat volgens de wet wordt aangemerkt als vuurwapen, voorhanden heeft gehad.
Het hof heeft er in de strafoplegging rekening mee gehouden dat de onder 1 bewezen verklaarde drugs zich telkens afzonderlijk als eendaadse samenloop verhouden tot diezelfde onder 3 bewezenverklaarde drugs.
Met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft het hof acht geslagen op hetgeen de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep naar voren heeft gebracht. De verdachte is first offender, werkt fulltime en lijkt daarmee de goede weg te zijn ingeslagen. Om de verdachte dan ook een duwtje in de goede richting te geven, zal het hof aansluiting zoeken bij de door de advocaat-generaal gevorderde straffen. Daarmee komt het hof de verdachte al aanzienlijk tegemoet. Een nog mildere bestraffing zou geen recht meer doen aan de ernst van de feiten.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van een maand met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 90 uren, te vervangen door 45 dagen hechtenis, passend en geboden.

Beslag

Het dossier bevat een beslaglijst met daarop onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten verdovende middelen, munitie, een patroonmagazijn en geld.
De advocaat-generaal heeft gevorderd het geld verbeurd te verklaren en de overige goederen te onttrekken aan het verkeer. De raadsvrouw heeft over het beslag geen opmerkingen gemaakt.
Het hof overweegt als volgt.
Verbeurdverklaring
Het in beslag genomen geldbedrag zal worden verbeurd verklaard. Dit bedrag behoort aan de verdachte toe en daarnaast is het onder 3 bewezen verklaarde feit blijkens mededelingen van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep in zekere, voor toewijzing van de vordering van de advocaat-generaal toereikende, mate begaan met behulp van dit geldbedrag.
Onttrekking aan het verkeer
Het hof zal de in beslag genomen verdovende middelen, munitie en het patroonmagazijn onttrekken aan het verkeer.
Het onder 2 bewezen verklaarde is met betrekking tot de patronen en het patroonmagazijn begaan en zijn van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Dit geldt eveneens voor de verdovende middelen die onder de Opiumwet vallen, met dien verstande dat het onder 1 en 3 bewezen verklaarde is begaan met betrekking tot deze verdovende middelen.
Voor de in beslag genomen verdovende middelen waarvan het bezit ten tijde van het bewezen verklaarde niet maar thans wel op grond van de Opiumwet strafbaar is en voor de stoffen die onder het regiem van de Geneesmiddelenwet vallen, geldt dat deze aan de verdachte toebehoren en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Deze verdovende middelen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de bewezen verklaarde feiten aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 55, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
90 (negentig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
45 (vijfenveertig) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. EUR - IBG: 11-08-2024 (Omschrijving: PL1300-2024189796-6539083).
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
2. 114,98 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539084);
3. 1 STK Patroonhouder (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539085);
4. 20 STK Munitie (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539089);
5. 4 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539086);
6. 195 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539091);
7. 4 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539092);
8. 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539095);
9. 8 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539107);
10. 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539114);
11. 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539120);
12. 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539122);
13. 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539124);
14. 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539129);
15. 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2024189796-G6539137).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. R.M. Steinhaus en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 november 2025.
=========================================================================
[…]