ECLI:NL:GHAMS:2025:3204
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan belang
Op 6 november 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 18 december 2024 was gewezen. De verdachte, geboren in 2001, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte aangegeven zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet te willen handhaven. De advocaat-generaal heeft vervolgens verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met verder onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is op dezelfde dag openbaar uitgesproken.