Bij de hiervoor genoemde brief van 19 augustus 2025 en de daarbij gevoegde bijlagen heeft Rabobank – als belanghebbende – aangevoerd dat zij ernstige bezwaren heeft tegen de toelating van [appellant] tot de schuldsaneringsregeling. Daartoe heeft Rabobank – samengevat – het volgende aangevoerd. [appellant] heeft samen met zijn broer – als (indirect) bestuurders van een groep vennootschappen, te weten Nova Holding B.V. – waarvan zij ieder voor 50% aandeelhouder zijn via hun persoonlijke vennootschappen AlphaBeta B.V. respectievelijk Nivaas B.V., en haar dochtervennootschappen Nova Incasso B.V., Nova Legal B.V., Nova Technology B.V., Credit Care B.V. en Credit Care Factoring B.V., tezamen Nova Groep genoemd, bewerkstelligd dat Rabobank op 22 maart 2023 aan Nova Groep een financiering heeft verstrekt van ongeveer € 12.000.000,-. Nova Groep, die uit hoofde van de verstrekte financiering maandelijks € 203.390,- aan aflossingen, te vermeerderen met 6,576% rente over de openstaande hoofdsom, moest betalen, heeft – behoudens een minimale betaling van ongeveer € 50.000,- – nimmer aan haar betalingsverplichtingen voldaan, ondanks vele aanmaningen van Rabobank. Vanwege langdurig betalingsverzuim heeft Rabobank op 2 augustus 2024 de financieringsovereenkomst opgezegd en aanspraak gemaakt op volledige terugbetaling van het alsdan openstaande bedrag. Rabobank heeft uit hoofde van de financieringsovereenkomst een vordering van € 12.968.906,50 op Nova Groep. Omdat terugbetaling uitbleef en Rabobank vermoedens van fraude had, heeft Rabobank het faillissement van Nova Groep aangevraagd, welk faillissement bij vonnis van 17 december 2024 is uitgesproken en waarin [naam 1] en [naam 2] als curatoren zijn aangesteld (hierna: curatoren). Uit onderzoek is gebleken dat [appellant] en zijn broer de bank valse informatie hebben verstrekt bij de financieringsaanvraag. Zij wisten dat de financiële situatie van Nova Groep – in het bijzonder de liquiditeitspositie maar ook de voorgespiegelde zekerhedenpositie, omzet en winst – in werkelijkheid vele malen slechter was dan zij Rabobank lieten geloven in het met de bank gedeelde document van Deloitte genaamd ‘Nova Groep 3-statement 2020-2023 Deloitte FINAL.pdf’ (hierna: 3-statement), waarin voorlopige geconsolideerde jaarcijfers van Nova Groep over de periode 2020 tot en met 2023 zijn opgenomen. In dit verband hebben de curatoren in hun 2e faillissementsverslag van 6 mei 2025 onder meer geschreven
”De door de curatoren aangetroffen incasso- en legal praktijk zou op grond van de van het bestuur ontvangen cijfers t/m 2023 omvangrijk moeten zijn. Per eind 2023 zou de Nova Groep ruim € 32,8 mio aan te incasseren vorderingen (moeten) hebben. Ook zou de Nova Groep in rekening courant circa € 6,8 mio van de door haar ingeschakelde deurwaarders tegoed hebben. De curatoren hebben herhaaldelijk om een onderbouwing hiervan gevraagd, maar deze niet gekregen. Uit hetgeen (…) wel is overgelegd, bleek dat de activiteiten van de Nova Groep en de daarmee te realiseren omzetten in feite zeer beperkt waren. De voorlopige conclusie is daarom dat de door het bestuur verstrekte cijfers niet of onvoldoende aansluiten bij de werkelijkheid.”Uit onderzoek is tevens gebleken dat het 3-statement in werkelijkheid niet is opgesteld door Deloitte, maar dat dit document door manipulatie tot stand is gekomen waarbij het logo van Deloitte is gebruikt. Ter zake van het handelen van [appellant] en zijn broer hebben Rabobank, Deloitte en de curatoren strafrechtelijke aangifte gedaan en heeft het Openbaar Ministerie op 5 juni 2025 op grond van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering beslag gelegd op onroerende zaken van [appellant] en zijn broer. Volgens Rabobank heeft [appellant] samen met zijn broer de bank opzettelijk misleid om financiering voor de Nova Groep te verkrijgen. Dit levert een onrechtmatige daad op van [appellant] jegens Rabobank. Omdat [appellant] en zijn broer een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt van dit onrechtmatig handelen, heeft Rabobank op ieder van hen een vordering van
€ 12.698.906,50 te vermeerderen met rente en kosten. Ter zake van deze vordering heeft Rabobank inmiddels een bodemprocedure aanhangig gemaakt, aldus steeds Rabobank.