Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Procesafspraken
Verdachte is op 8 december 2015 in verzekering en op 11 december 2015 in bewaring gesteld; per 22 december 2015 is de voorlopige hechtenis geschorst en op 21 oktober 2016 is de voorlopige hechtenis opgeheven. In totaal heeft verdachte 15 dagen in verzekering en in voorlopige hechtenis gezeten (…) In eerste aanleg was sprake van een overschrijding van de redelijke termijn. Ook in de fase van het hoger beroep is daarvan sprake. De regiezitting heeft plaatsgevonden op 28 mei 2021 en de inhoudelijke behandeling is gepland op 5, 7 en 10 februari 2025 (…) Vanaf januari 2025 hebben de raadsvrouw van verdachte en het OM gecorrespondeerd over de mogelijkheid van procesafspraken (…) Het OM beoogt door middel van procesafspraken de behandeling van deze strafzaak – voor alle partijen – zo efficiënt, redelijk en passend mogelijk te maken. Het OM heeft in de aanloop naar onderstaande afspraken nadrukkelijk acht geslagen op de eisen van artikel 6 EVRM”.
- het openbaar ministerie en de verdachte aanvaarden de bewezenverklaring en de kwalificatie daarvan door de rechtbank;
- het openbaar ministerie zal ter terechtzitting een gevangenisstraf vorderen voor de duur van 378 dagen, met aftrek van de dagen die de verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 363 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar, de verbeurdverklaring van € 89.000,00 en de onttrekking aan het verkeer van een BlackBerry Bold 9900;
- de verdachte ziet af van de ingediende en toegewezen onderzoekswensen en dient geen nieuwe onderzoekswensen in;
- de verdediging zal geen verweren voeren, zal geen cassatie instellen en zal het hof vragen een straf (en bijkomende beslissing) op te leggen overeenkomstig de vordering van het openbaar ministerie;
- de verdachte doet afstand van een simkaart en een batterij van een BlackBerry 5101794.
first offender, maar dat eerdere strafzaken dateren uit 2011 en 2015 en betrekking hebben op andersoortige feiten die niet relevant zijn voor deze procesafspraken. Ook heeft de verdachte na het bewezenverklaarde feit geen nieuwe delicten gepleegd die ter kennis van politie en het openbaar ministerie zijn gekomen. Tot slot neemt het hof in de overwegingen mee dat in deze strafzaak geen personen als slachtoffer en/of benadeelde partij zijn aangemerkt.
nietkan worden gesteld dat het niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak zoals die blijkt uit de processtukken en het verhandelde op de terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep. Het hof zal daarom de gemaakte procesafspraken overnemen, met dien verstande dat het doen van afstand van het recht om cassatieberoep in te stellen pas kan plaatsvinden na de uitspraak in deze zaak.
Oplegging van straffen en maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
378 (driehonderdachtenzeventig) dagen.
363 (driehonderddrieënzestig) dagen, niet ten
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: