Op 24 januari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 8 mei 2024 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling, gepleegd op 15 april 2024 te Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren en 15 dagen hechtenis, indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De relevante wettelijke voorschriften die van toepassing zijn in deze zaak zijn de artikelen 9, 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. I.A. de Bruijne, en onder leiding van de rechter mr. K.J. Veenstra.