3.1De [H] verzoekt de beëindiging van de bij beschikking van 6 juli 2023 getroffen onmiddellijke voorziening, strekkende tot benoeming van een beheerder van de aandelen in Huizenmij, althans de beëindiging van de benoeming van Van Woudenberg als beheerder op zo kort mogelijke termijn. Ter onderbouwing heeft de [H] - samengevat - het volgende naar voren gebracht:
de op 4 juli 2024 ten overstaan van de Ondernemingskamer tussen partijen overeengekomen uitgangspunten worden maar deels en dus onvolledig uitgevoerd;
het bestuursbesluit van de STAK van 13 september 2024 tot wijziging van de statuten van de STAK is nietig; de statutenwijziging is zonder rechtsgevolg;
tijdens de certificaathoudersvergadering van 19 september 2024 heeft geen rechtsgeldige besluitvorming plaats kunnen vinden, omdat niet aan het quorumvereiste was voldaan;
het was niet nodig om een spoedverzoek bij de rechtbank Amsterdam in te dienen strekkende tot uitvoering van de overeengekomen uitgangspunten;
Huizenmij, [E] , [D] , [C] en de OK-beheerder/tijdelijk bestuurder van de STAK proberen onvervreemdbare certificaathoudersrechten af te nemen;
de accountant van Huizenmij heeft zich in juli 2024 onttrokken, terwijl de [H] en [A] hiervan pas eind augustus 2024 op de hoogte zijn gesteld. Op dat moment hadden [E] en de OK-beheerder al een nieuwe accountant geselecteerd en een controleopdracht verstrekt. Deze nieuwe accountant is pas op 15 oktober 2024 aan de [H] en [A] bekend gemaakt;
op 15 oktober 2024 riep de OK-beheerder namens [E] en [D] een gecombineerde algemene (jaar)vergadering en STAK-vergadering bijeen, te houden op 31 oktober 2024. Deze oproeping was te laat. De oproep werd gedaan op het laatst mogelijke moment en tegen de laatst mogelijke datum waarop de jaarrekening vastgesteld moest zijn.